mogelijk

↑ objectName, objectTitle:
objectTitle :
collectionName : collectionName
inventoryNb : inventoryNb
objectName : objectName
objectTitle : objectTitle
objectCulture : objectCulture
geography : geography
dating : dating
material : material
technique : technique
dimensions : dimensions
legalRightOwner : legalRightOwner
objectDescription : objectDescription

↑ , :
:
collectionName : Beeldhouwkunst en meubelkunst (13de - 19de eeuw)
inventoryNb : 0074
objectName :
objectTitle :
objectCulture :
geography :
dating : AD 1701 - AD 1800
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 7,7 cm, Breedte: 5,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Het schaakspel zelf is incompleet (14 witte stukken, 15 zwarte stukken) de pionnen zijn voorzien van zg tronies i.e. mannenkoppen met een kraag en een hoed op, de lopers/raadsheren dragen een zotskap, de koning en de koningin dragen beiden een kroon en zijn mogelijk kleine portretjes maar zeker is dit niet, de torens staan op de rug van indische olifanten. Het schaakbord is slechta één van de driespellen die met deze fraaie ebbenhouten, met ivoor/been ingelegde kist kist kan spelen. In opengeklapte toestand is het een trictrac bord. Het derde spel is het zg. molenspel. De kist is gemaakt van verschillende houtsoorten; het eerder genoemde ebbenhout maar ook mahony is gebruikt en wellicht zijn de ingelegde delen vervaardigd uit vruchtenhout (check verslag D. Wendelen)

↑ , :
:
collectionName : Snaarinstrumenten
inventoryNb : 0230
objectName :
objectTitle :
objectCulture :
geography :
dating : AD 1701 - AD 1878
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 77,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Viola d’amore met 6 melodiesnaren en 6 resonantiesnaren. De onversierde rug uit één deel, met een aantal korte breuken, is vlak, met een lichte knik in het bovengedeelte en wordt binnen in versterkt door middel van een stevige stapelplaat. Zijwanden en onderblad zijn uitgevoerd in licht gevlamde esdoorn. Op het gave, gewelfde, eendelige bovenblad met brede randinleg is een dunne laag fineer met een gegraveerd blazoen aangebracht onder de toets, waar men een rozet zou verwachten. De beide vlamvormige klankgaten stammen duidelijk uit de traditie van de Duits-Oostenrijkse viola ‘d amore bouw. De resonantiesnaren zijn aan pinnetjes onderaan de zijwanden bevestigd. Een mogelijk bijgewerkte krul sluit de langgerekte onversierde schroevenkast af. Deze laatste is vooraan volledig open en achteraan enkel voor de zes snaren het dichtst bij de krul. De lange stevige toets en het afgeronde staartstuk, bevestigd aan een klein gedraaid wit knopje, zijn allicht niet origineel. Het instrument is bedekt met een bruine vernis, lichtbruin voor het bovenblad. Volgens een brief uit 1879 werd het instrument geschonken door muziekdirecteur Albert Hahn uit Königsberg in Pruisen, tevens redacteur van het tijdschrift “Tonkunst”. L ca. 78 cm B ca. 24,2 cm H zijwanden ca. 4,8 cm Snaarlengte ca. 35 cm. Bibliografie Victor-Charles Mahillon, Catalogue descriptif et analytique du Musée Instrumental du Conservatoire Royal de Musique de Bruxelles, dl. 1, Gent, 2/1893, p. 324.

↑ , Vijfkorige gitaar:
Vijfkorige gitaar :
collectionName : Snaarinstrumenten
inventoryNb : 0550
objectName :
objectTitle : Vijfkorige gitaar
objectCulture :
geography :
dating : ca. AD 1640
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 87,5 cm, Breedte: 26 cm, Diepte: 13 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Gitaar inv. nr. 0550 werd in 1879 aangekocht door de eerste conservator van het toenmalige Instrumentenmuseum van het Brusselse Conservatorium, Victor-Charles Mahillon. Daarvoor was het instrument in het bezit van de beroemde vioolbouwer Auguste Tolbecque. Op het schroevenstuk staat een inscriptie: “Matheo Sellas / alla Corona in / Venetia”. Sellas was een instrumentenbouwer van Duitse afkomst die tijdens de eerste helft van de 17de eeuw actief was in Venetië. De gitaar heeft vijf dubbelsnarige koren en tien stempennen die aan de achterkant van het schroevenstuk gevestigd zijn. De rug bestaat uit 23 ribben uit palissander, met daartussen ivoren inleg. De rozet op het klankblad is uit lood en is waarschijnlijk niet origineel. Ze stelt een klavecimbelspeler voor, met de initialen “H H”. Wellicht is ze afkomstig van een klavierinstrument van Henri Hemsch. Rond de rozet is een brede inleg aangebracht uit ivoor, zwarte pasta en palissander. In de toets zijn twee ivoren platen bewerkt die fabels van Phaedrus of Aesopus afbeelden: “De wolf en de kraanvogel”, en “De vos en de ooievaar”. De achterkant van de hals is versierd met ivoren inleg en zwarte pasta. In de loop der tijd werd deze gitaar omgebouwd tot chitarra battente, waarvan de snaren bevestigd werden onderaan de klankkast. Tezelfdertijd werd ook de hals verkort en die is zo gebleven. De gitaar werd echter opnieuw omgebouwd tot klassieke gitaar, met een gelijmde kam op het klankblad. Mogelijk is dit werk van Tolbecque. Radiografieën van het instrument laten talrijke inwendige veranderingen zien, maar het uiterlijke aspect blijft kenmerkend voor de uitzonderlijke kwaliteit van de barokgitaar. Bibliografie Victor-Charles Mahillon, Catalogue descriptif et analytique du Musée Instrumental du Conservatoire Royal de Musique de Bruxelles, i, Gent, 1893, p. 481. Exposiçao Internacional de Instrumentos Antigos, V Festival Gulbenkian de Musica, Lisbonne, 1961, n° 39. Instruments de musique des XVIe et XVIIe siècles, catalogue de l’exposition du Musée Instrumental de Bruxelles en l’Hôtel de Sully, Paris, juin 1969, s.l., 1969, n° 31. Mia Awouters, "Befaamde barokgitaren uit de verzameling van het Brussels Instrumentenmuseum", Musica Antiqua, 3/3, 1986, p. 74-75. http://www.mim.be/nl/barokgitaar

↑ , Quinton d'amour:
Quinton d'amour :
collectionName : Snaarinstrumenten
inventoryNb : 1358
objectName :
objectTitle : Quinton d'amour
objectCulture :
geography :
dating : AD 1730 - AD 1772
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 64,6 cm, Breedte: 20,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Quinton d’amour met 5 melodiesnaren en 6 resonantiesnaren, bedekt met een roodbruine vernis. De snaren zijn bevestigd aan een wit plaatje met pinnetjes onderaan de zijwanden, net als bij de andere quinton d’amour en de viola d’amore van Salomon (inv. nrs. 0481 en 1389). De resonantiesnaren lopen over de bovenkant van dit plaatje, dat dienst doet als een soort hoog kielhoutje en waarin gaten voor de melodische snaren werden voorzien. Een staartstuk was bij deze constructie dus niet nodig. De rug uit twee delen met driedelige randinleg is gewelfd. Zijwanden en onderblad zijn uitgevoerd in gevlamde esdoorn. De klankkast heeft een gewone vioolvorm, met hoekblokjes en lijmreepjes binnenin en met f-gaten in het tweedelige vuren bovenblad, ook met driedelige randinleg. Het bovenblad vertoont herstelde breuken. In het bovenblok ontwaart men drie gaten waar vroeger spijkers zaten voor de bevestiging van de hals. Een klassieke vioolkrul sluit de schroevenkast af. Deze is versierd met bloemmotiefjes achteraan en op de zijkanten. Verder is ze vooraan volledig open en achteraan gesloten voor vier van de vijf speelsnaren. De toets, achteraan open voor de resonantiesnaren, heeft vooraan een laagje gefineerd ebben en draagt sporen van gebonden frets. Dit instrument (inv. nr. 1358) vertoont overeenkomsten met de andere quinton d’amour van Salomon (inv. nr. 0481), doch de randen en hoeken van de bladen zijn zwaarder uitgewerkt, terwijl ook de vernis qua kleur en textuur verschilt van die van beide andere instrumenten van Salomon uit de collectie (inv. nr. 0481 en 1389). De hals is bovendien ronder, wat de bespeling in "da gamba" houding niet vergemakkelijkt. Het instrument is mogelijk samengesteld, verbouwd of volledig geconstrueerd door een zekere Jean Leclerc, die het instrument dan binnenin signeerde met potlood. Misschien zou het kunnen gaan over Joseph-Nicolas Leclerc uit Mirecourt, sinds 1760 werkzaam in Parijs. Deze quinton d’amour (inv. nr. 1358) maakte deel uit van de collectie van Auguste Tolbecque. In 1879 werd zijn verzameling muziekinstrumenten aangekocht door het Instrumentenmuseum. In 1885 werd een viola d’amore van Salomon uit het Museum in Londen geëxposeerd. Misschien betrof het dit instrument, of anders de quinton d’amour (inv. nr. 0481) of de viola d’amore (inv. nr. 1389), allebei eveneens van zijn hand. Etiketten: 1) “SALOMON / A PARIS” (brandmerk) 2) “Jean nicolas / leclerc” (handschrift binnenin op het achterblad) L. ca. 65,2 cm B. ca. 25 cm H. zijwanden ca. 31 cm Snaarlengte ca. 32,8 cm. Bibliografie Victor-Charles Mahillon, Catalogue descriptif et analytique du Musée Instrumental du Conservatoire Royal de Musique de Bruxelles, dl. 3, Gent, 1900, p. 26.

↑ , :
:
collectionName : Europese etnologie
inventoryNb : 2014.727
objectName :
objectTitle :
objectCulture :
geography :
dating : AD 1886 - AD 1905
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 79 cm, Breedte: 73 cm, Diepte: 48 cm
legalRightOwner :
objectDescription : Demonteerbaar speelgoedtheater met elektrische verlichting bestaande uit een podium met draagstructuur voor de decors, een proscenium (2014.727.001), een voordoek (2014.727.002), 10 verschillende decors (2014.727.007-040), 48 figuren (2014.727.003), 2 theaterboekjes (2014.727.004-005) en een schaduwtheaterscherm met bijhorende figuren (2014.727.041). Het in hout gesneden proscenium toont de façade van een theatergebouw in art-deco stijl met een boogvormig fronton dat steunt op twee Dorische zuilen. Centraal in het fronton staat een bloemenkorf met daaronder het jaartal 1932 en het opschrift “Théâtre de l’Odéon”. Het voordoek, beschilderd met allerlei reclame-opschriften (Citroën, l’Innovation, Au Bon Marché, …), kan door middel van een windas op en neer gelaten worden. Voor de 10 verschillende decors werden grote bouwplaten van de Duitse uitgever J.F. Schreiber uit Esslingen gebruikt. Guy Pevtchin kreeg het theater van zijn ouders. Zijn vader was fabrieksdirecteur en had het theater laten maken door één van zijn arbeiders. De vader kocht de veel oudere bouwplaten in een lokale boekhandel. De verschillende decorscènes zijn: - “Stürmisches Meer, n° 63-65” bestaande uit een achtergrond, 6 coulissen en 5 beweegbare decorstukken (inv. 2014.727.007-009) - “Winterlandschaft, n° 53, 53a, 54” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat, 4 coulissen en 1 beweegbaar decorstuk (inv. 2014.727.010-013) - “Kerker n° 21, 21a, 22” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat en 4 coulissen (inv. 2014.727.014-016) - “Wirtsstube, n°48-50” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat, 4 coulissen en 5 beweegbare decorstukken (inv. 2014.727.017-020) - “Zeltlager, n° 124-126” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat en 4 coulissen (inv. 2014.727.021.023) - “Rokoko-Zimmer, n° 100-102” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat, 4 coulissen en 3 beweegbare decorstukken (inv. 2014.727.024-027) - “Schiff, n° 71-72” bestaande uit een achtergrond en 6 coulissen (inv. 2014.727.028.029) - “Ridderburg, n° 134, 134a, 135” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat, 4 coulissen en 1 beweegbaar decorstuk (inv. 2014.727.030-033) - “Japanischer Garten bei Mondschein, n° 90-92” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat en 4 coulissen (inv. 2014.727.034-036) - “Polarlandschaft, n° 118-120” bestaande uit een achtergrond, een doorkijkplaat, 4 coulissen en 1 beweegbaar decorstuk (inv. 2014.727.037-039) De 48 theaterfiguren (inv. 2014.727.003) zijn met de hand getekend en ingekleurd. Bovenaan zijn ze voorzien van een metalen staafje om ze te manipuleren. Het is onduidelijk voor welke theaterstukken al deze decors en figuren bedoeld waren. Mogelijk gaat het o.a. om het verhaal van “Robinson Crusoë” en “De reis rond de wereld in 80 dagen”. Het theater kan tevens gebruikt worden voor een schimmenspel. De decors dienen dan vervangen te worden door het schaduwtheaterscherm (inv. 2014.727.041) waarop het profiel van een monster met beweegbare kaak staat. De bijhorende losse figuren bestaan uit 9 figuurgroepen en 8 dieren (inv. 2014.727.042-043). Het is onduidelijk welk verhaal hiermee gespeeld werd. Datering van de verschillende onderdelen: 1932 (theater, figuren) 1886 - 1905 (decor bouwplaten) Op basis van de publicatie K. PFLŰGER & H. HERBST, "Schreibers Kindertheater. Eine Monographie", Verlag Renate Raecke, Pinneberg, 1986 kunnen de prenten als volgt gedateerd worden: - “Stürmisches Meer” : 1886 - “Winterlandschaft” : 1885 - “Kerker” : 1902-1903 - “Wirtsstube” : 1895 - “Zeltlager” : 1899 - “Rokoko-Zimmer” : 1893 - “Schiff “: 1886 - “Ridderburg” : 1902-1905 - “Japansischer Garten bei Mondschein ” : 1891 - “Polarlandschaft” : 1895

↑ , :
:
collectionName : Europese etnologie
inventoryNb : 2014.727.0003
objectName :
objectTitle :
objectCulture :
geography :
dating : AD 1932
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 14 cm, Breedte: 16 cm
legalRightOwner :
objectDescription : De 48 theaterfiguren (inv. 2014.727.003) zijn bovenaan voorzien van een metalen staafje om ze te manipuleren en horen bij het speelgoedtheater 2014.727. Het is onduidelijk voor welke theaterstukken al de decors en figuren van dit speelgoedtheater bedoeld waren. Mogelijk gaat het o.a. om het verhaal van “Robinson Crusoë” en “De reis rond de wereld in 80 dagen”.

↑ , Zoömorfe vaas van het "chocoladekan"-type:
Zoömorfe vaas van het "chocoladekan"-type :
collectionName : Amerika
inventoryNb : AAM 00080.1
objectName :
objectTitle : Zoömorfe vaas van het "chocoladekan"-type
objectCulture : Huaxteken
geography :
dating : AD 1200 - AD 1521
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 19 cm, Breedte: 22,6 cm, Diepte: 18,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De Azteken bereidden chocolade door cacao te koken in water en er volgens agavesap, maïsmeel, amarant, vanille of zelfs pigment aan toe te voegen. Het laatste decennium hebben talrijke archeologische ontdekkingen het mogelijk gemaakt zeer nauwkeurig de oudste dateringen voor de consumptie van cacao in Meso-Amerika vast te leggen. Het gebruik zou opgekomen zijn in 1900 v. Chr.

↑ , :
:
collectionName : Prehistorie en Metaaltijden
inventoryNb : B001376-001
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Michelsberg
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Lengte: 3,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Handgift van M. Et. Verhaegen uit 1908. Het voorwerp dateert uit het midden neolithicum (mogelijk Michelsberg of S.O.M.) en is afkomstig uit Bosvoorde (zonder precieze herkomst).

↑ , :
:
collectionName : Merovingers
inventoryNb : B005829-001
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Merovingen
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 20,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : In de vroege middeleeuwen kregen de overledenen diverse grafgiften mee. Deze drinkhoorn, door het museum aangekocht in 2010, komt mogelijk van het grafveld van Anderlecht, waar hij tijdens vroegere opgravingen gevonden zou zijn. De voormalige eigenaar ontdekte het stuk op de zolder van zijn grootvader, een Brusselse notaris. Naast de doorzichtige olijfgele kleur, de netwerkversiering en de drie groenblauwe oortjes zijn ook de grote afmetingen heel kenmerkend. Hoewel het voorwerp typologisch behoort tot de groep van de Lombardische hoorns met netwerkversiering, is het niet onmogelijk dat het een regionaal product betreft. Intacte drinkhoorns in glas uit de oudheid of de vroege middeleeuwen zijn zeerzeldzaam.

↑ , Damesvlijt, mogelijk handdoek:
Damesvlijt, mogelijk handdoek :
collectionName : Kant
inventoryNb : D.4724.00
objectName :
objectTitle : Damesvlijt, mogelijk handdoek
objectCulture :
geography :
dating : ca. AD 1900
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 52 cm, Breedte: 57 cm
legalRightOwner :
objectDescription : item has no descption

↑ , Scarabee met de naam van Oenas:
Scarabee met de naam van Oenas :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.04578a
objectName :
objectTitle : Scarabee met de naam van Oenas
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 525 BC (onzeker)
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,4 cm, Breedte: 1,1 cm, Diepte: 0,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Deze scarabee draagt de naam van een farao van de 5e dynastie, Oenas, maar scarabeeën op naam van koningen uit het Oude Rijk zijn niet contemporain: het zijn voorbeelden van een archaïserende productie uit de 25e-26e dynastie (hoewel ook exemplaren op naam van Oenas gekend zijn die mogelijk dateren uit de Ramessiedische Periode, 19e-20e dynastie).

↑ , Zegelamulet in de vorm van een oedjat-oog:
Zegelamulet in de vorm van een oedjat-oog :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.04937
objectName :
objectTitle : Zegelamulet in de vorm van een oedjat-oog
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1550 BC - 1069 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,9 cm, Breedte: 1 cm, Diepte: 0,4 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scaraboïde in de vorm van een oedjat-oog toont een aanbiddingscène: voor een tronende godin bevindt zich een tweede godin, met een cobra boven het hoofd en het levensteken "anch" in de linkerhand. Beide strekken een hand uit naar een lange papyrusscepter. De godin aan de rechterzijde, met een dierenhoofd, stelt waarschijnlijk de leeuwin-godin Sechmet voor, die doorgaans met dit type scepter wordt afgebeeld. De tronende godin heeft twee horens op het hoofd en stelt mogelijk Isis of Hathor voor.

↑ , Fragment deksel van de sarcofaag van de dame Taredet:
Fragment deksel van de sarcofaag van de dame Taredet :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05282
objectName :
objectTitle : Fragment deksel van de sarcofaag van de dame Taredet
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 332 BC - 30 BC
material :
technique :
dimensions : Lengte: 102 cm, Breedte: 45 cm, Hoogte: 6,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Fragment deksel van de sarcofaag van de dame Taredet Basalt Ptolemeïsche periode (332-30 v. Chr.) Herkomst onbekend Dit bolle fragment van een basalten sarcofaag uit de Ptolemeïsche Periode bedekte het onderlichaam en de benen van de overleden dame Taredet. De tekst is gericht aan de goden en overledenen in het hiernamaals. Er wordt hen gevraagd om de dode op te nemen in hun midden, haar persoon te reconstrueren en haar te beschermen. ‘Verwelkom de rechtschapen Osiris Taredet’ klinkt het. Uit de hiërogliefen bij de gegraveerde geesten van de onderwereld blijkt dat zij de overledene gunstig gezind zijn. Zo zegt een van de figuren die Taredet een mes aanbiedt: ‘Uw kwaad is verjaagd, zodat gij verjongd terugkeert’. Het gebruikte ‘Ptolemeïsche’ schrift wordt gekenmerkt door een groeiend aantal hiërogliefen die bovendien op zeer veel manieren kunnen worden gelezen. Zo trachtten de schrijvers hun teksten zo ontoegankelijk mogelijk te maken voor de Griekse bezetter. Bijzonder spitsvondig, ruimtebesparend en esthetisch aantrekkelijk is de middelste kolom. Daarin werden twee identieke teksten samengesmolten. De kolom dient dus tweemaal te worden gelezen. In 1855 en 1862-1863 maakte de toekomstige Koning der Belgen Leopold II twee reizen naar Egypte. Hij bracht een aantal oude Egyptische objecten mee, waaronder dit fragment van een sarcofaag, die later een plaats kregen in de Egyptische collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis.

↑ , Zegelamulet in de vorm van een egel:
Zegelamulet in de vorm van een egel :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05350
objectName :
objectTitle : Zegelamulet in de vorm van een egel
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 664 BC - 331 BC (onzeker)
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,8 cm, Breedte: 1,7 cm, Diepte: 1,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Dit kleine beeldje in faience stelt een egel op een sokkel voor. De rug van het dier is verdeeld in vierkanten, om zo zijn talrijke stekels aan te duiden. Op de onderzijde ziet men enkele hiërogliefen die mogelijk de volgende inscriptie vormen: "[Moge] Bastet goede zaken en leven schenken aan de koning".

↑ , Scarabee:
Scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05354c
objectName :
objectTitle : Scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 525 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,5 cm, Breedte: 1 cm, Diepte: 1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee met hoog profiel is verweerd. Hij draagt enkele tekens, waaronder de zonneschijf van Re en, mogelijk, de hiëroglief "mn". De inscriptie zou de naam van Amon-re kunnen vormen.

↑ , Scarabee met gouden ringmontuur:
Scarabee met gouden ringmontuur :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05364
objectName :
objectTitle : Scarabee met gouden ringmontuur
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1850 BC - 1650 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,1 cm, Breedte: 0,9 cm, Diepte: 0,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze kleine scarabee draagt drie hiërogliefen, mogelijk de mond "r", de arm "di" en de zonneschijf "ra".

↑ , Dubbele scarabee:
Dubbele scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05590f
objectName :
objectTitle : Dubbele scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1295 BC - 656 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 0,9 cm, Breedte: 0,7 cm, Diepte: 0,4 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Dubbele scarabeeën, waarbij twee kleine scarabeeën aan de langszijde met elkaar verbonden zijn en waarvan elk op de onderzijde een eigen decoratie draagt, komen voor vanaf het Midden Rijk. Dit type kent echter zijn bloeiperiode tijdens het Nieuwe Rijk. De twee scarabeeën van dit exemplaar tonen dezelfde compositie: de valk “Hr” achter het levensteken “anch”. Achter de vogel bevinden zich meer hiërogliefen, mogelijk de slang “dj” en het teken “t” die zo het woord “dj.t” (‘eeuwig’), vormen. De compositie kan dus mogelijk gelezen worden als “anch Hr dj.t”, (‘(opdat) Horus leeft eeuwig’). Scarabeeën met deze wens komen voor tijdens de Ramessiedische Periode en de Derde Tussentijd (19e-25e dyn.).

↑ , Scarabee met hiërogliefen:
Scarabee met hiërogliefen :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05695
objectName :
objectTitle : Scarabee met hiërogliefen
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1550 BC - 1295 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1 cm, Breedte: 0,9 cm, Diepte: 0,4 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt de volgende hiërogliefen: het riet "i", de struisvogelveer "maät" en het teken "nfr". Mogelijk gaat het om een cryptogram van de naam Amon.

↑ , Scarabee:
Scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05706.2
objectName :
objectTitle : Scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 945 BC - 656 BC (onzeker)
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,1 cm, Breedte: 1,5 cm, Diepte: 0,9 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt een decoratie met lussen die mogelijk verwijzen naar hiërogliefen als "h" en "nbw".

↑ , Scarabee:
Scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05709.1
objectName :
objectTitle : Scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 525 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,3 cm, Breedte: 1,5 cm, Diepte: 0,9 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt verschillende hiërogliefen, van rechts naar links: de uraeus, een eend, de zonneschijf en drie horizontale lijnen. Mogelijk verwijst deze inscirptie naar de naam Amon-re.

↑ , Mensengezicht - scaraboïde:
Mensengezicht - scaraboïde :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05860
objectName :
objectTitle : Mensengezicht - scaraboïde
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1295 BC - 945 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,1 cm, Breedte: 1,6 cm, Diepte: 0,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De productie van mensengezicht-scaraboïden in faience lijkt in de Ramessiedische Tijd aan de vangen, maar duurde tot de Late Tijd. Op de onderzijde is een staande figuur met lange hals te zien, mogelijk de god Seth. Rechts bevinden zich een grote struisvogelveer van de godin Maat en een zonneschijf. Gelijkaardige compositities komen voor op scarabeeën die dateren uit de 19e-21e dynastie.

↑ , Mensengezicht - scaraboïde:
Mensengezicht - scaraboïde :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05861
objectName :
objectTitle : Mensengezicht - scaraboïde
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 664 BC - 525 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,1 cm, Breedte: 1,6 cm, Diepte: 0,9 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De productie van mensengezicht-scaraboïden in faïence lijkt in de Ramessiedische Tijd aan de vangen, maar duurde tot de Late Tijd. De onderzijde toont een reeks hiërogliefen, van boven naar onder: het teken “pA”, de arm “di” en enkele beschadigde tekens waaronder “mn”. Ze vormen waarschijnlijk de naam van een persoon beginnend met “pA-di-...”. Zulke namen zijn geattesteerd op scarabeeën uit de 23e-26e dynastieën, toen verschillende farao’s onder deze naam regeerden. Deze scaraboïde werd mogelijk geproduceerd in het atelier van Naukratis, in de Delta (late 7e-6e eeuw).

↑ , Binnenkist van een anonieme dame:
Binnenkist van een anonieme dame :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05881
objectName :
objectTitle : Binnenkist van een anonieme dame
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1069 BC - 945 BC
material :
technique :
dimensions : Lengte: 183 cm, Breedte: 67 cm, Hoogte: 53 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Binnenkist van een anonieme dame Bepleisterd en beschilderd hout Derde Tussenperiode, 21ste dynastie (ca. 1069-945 v. Chr.) Tweede cachette van Deir el-Bahari (Bab el-Gasoes) Mogelijk horen de kuip en het deksel van deze kist niet bij elkaar. Het deksel is duidelijk bedoeld voor een vrouw (o.a. oorbellen, borsten, handen, lichte gezichtskleur) terwijl de scenes van de kuip een mannelijke overledene suggereren (bvb huilende echtgenote voor het graf). Het verzorgde decor van de kuip contrasteert ook met de rudimentaire uitwerking van de taferelen op het deksel. Een volledige zijde van de kuip is gewijd aan de rouwstoet van de overledene. Het verhaal begint rechts boven met klaagvrouwen en offerdraagsters. Achter hen trekken gevlekte runderen een slede met de kist over het zand naar de begraafplaats. Vier priesters begeleiden dit traject. De funeraire priesters zijn herkenbaar door hun traditionele luipaardvel. In het register eronder staat de lijkkist rechtop voor een graf (gebouw met piramidevormig dak). De Hathorkoe (meesteres van de Thebaanse necropool) kijkt toe. Een vrouw beweent de dode terwijl priesters water plengen. Tal van grafgiften worden aangevoerd en een tweede groep klaagvrouwen wordt verscheurd door verdriet. Een van de klaagvrouwen op het onderste register werd uitzonderlijk in vooraanzicht geschilderd. In de Egyptische tekenkunst verwijst dat naar chaos en wanorde. De radeloosheid is verder ook duidelijk te herkennen aan de drukke gebaren, de losse haren en de ontblote borsten.

↑ , Lijkkist van de dame Merneith:
Lijkkist van de dame Merneith :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05886
objectName :
objectTitle : Lijkkist van de dame Merneith
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 525 BC
material :
technique :
dimensions : Lengte: 175 cm, Breedte: 54 cm, Hoogte: 43 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Lijkkist van de dame Merneith Bepleisterd en beschilderd hout 25ste-26ste dynastie (ca. 747-525 v. Chr.) Kafr Ammar, graf K.A.34 De dame Merneith draagt een brede halskraag van kralen, rozetten en bloemen. Daaronder bevindt zich een grote gevleugelde scarabee die de herboren zon - waarmee de overledene zich vereenzelvigt - voor zich uit duwt. Aan weerszijden van offerformules die over de benen lopen worden de vier zonen van Horus, de beschermers van de ingewanden, gevolgd door een personage gekleed in een lange tuniek en met een scepter in de hand: het gaat mogelijk om een voorstelling van de overledene zelf. De achterzijde van de kuip is versierd met een grote djed pijler waarop een Osiriskroon is geplaatst, evocatie van de ruggengraat van Osiris die, net achter de dode geplaatst, haar zal toelaten op te staan in het Hiernamaals. Tijdens zijn opgravingen in de necropool van Tarkhan/Kafr Ammar in 1912 ontdekt W.Fl.Petrie de lijkkist van Merneith in een familiegraf waar ook haar vader en grootvader begraven waren. Petrie wordt in zijn werk bijgestaan door T.E. Lawrence, de latere « Lawrence van Arabië ». Het blijft bij deze ene ervaring voor Lawrence die, zoals hij het met enige humor in zijn brieven uit die tijd schrijft, opgravingen in grafvelden verafschuwt: “Ik ben geen lijkenpikker, en we hebben een stapel schedels die eer zouden aandoen aan een volgeling van Genghis Khan!”.

↑ , Buitenkist van Anchenefenamon, hergebruikt door de dame Iy:
Buitenkist van Anchenefenamon, hergebruikt door de dame Iy :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.05887
objectName :
objectTitle : Buitenkist van Anchenefenamon, hergebruikt door de dame Iy
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1069 BC - 945 BC
material :
technique :
dimensions : Lengte: 211 cm, Breedte: 88 cm, Hoogte: 60 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Buitenkist van Anchenefenamon, hergebruikt door de dame Iy Bepleisterd en beschilderd hout Derde Tussenperiode, 21ste dynastie (ca. 1069-945 v. Chr.) Tweede cachette van Deir el-Bahari (Bab el-Gasoes) Deze kist werd origineel vervaardigd voor Anchefenamon. Hij was priester van Osiris en Amon-Re evenals schrijver in de Amontempel te Karnak. Zijn naam staat meermaals vermeld op het deksel. De kist werd echter herbruikt voor de dame Iy, zangeres van Amon. Haar naam staat te lezen aan het voeteneinde. Voor de nieuwe eigenares werden oorbellen toegevoegd en werden de mannelijke vuisten vervangen door een vrouwelijke versie met gestrekte vingers. Aan de buitenzijde van de kuip bevindt zich een Isis-knoop ter hoogte van het hoofd van de overledene. Met dit amulet kan de godin worden opgeroepen om te helpen bij de wedergeboorte. Aan de binnenkant is de kist op dezelfde plek beschilderd met een gevleugeld ‘sa’-hiëroglief wat letterlijk ‘bescherming’ betekent. De buitenwanden zijn gedecoreerd met naoi (schrijnen) die behalve de overledene goden herbergen zoals Thot met ibiskop, de Horuszonen, Osiris en zijn zussen Isis en Nephthys. De leesbaarheid van de kist wordt bemoeilijkt door de vele overschilderingen tijdens de 19de-eeuwse restauraties. Ook het Osirisbaardje is mogelijk van moderne makelij. De restaurateur heeft ook de bodem van de kist te hersteld. Hij verving die door een plank samengesteld uit stukken van de houten kisten waarin de lijkkisten van Egypte naar België waren getransporteerd.

↑ , Scarabee met ichneumon:
Scarabee met ichneumon :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.06591e
objectName :
objectTitle : Scarabee met ichneumon
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 656 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,1 cm, Breedte: 0,8 cm, Diepte: 0,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt verschillende hiërogliefen: de ichneumon (Egyptische mangoest), de zonneschijf "ra" en de struisvogelveer "maät". Deze inscriptie kan mogelijk gelezen worden als 'Amon re'. Gelijkaardige scarabeeën dateren uit de 25e dynastie.

↑ , Scarabee met ichneumon:
Scarabee met ichneumon :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.06591f
objectName :
objectTitle : Scarabee met ichneumon
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 656 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1 cm, Breedte: 0,7 cm, Diepte: 0,4 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt verschillende hiërogliefen: de ichneumon (Egyptische mangoest), de zonneschijf "ra" en de struisvogelveer "maät". Deze inscriptie kan mogelijk gelezen worden als 'Amon re'. Gelijkaardige scarabeeën dateren uit de 25e dynastie.

↑ , Scaraboïde met ichneumon:
Scaraboïde met ichneumon :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.06591g
objectName :
objectTitle : Scaraboïde met ichneumon
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 656 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 0,9 cm, Breedte: 0,6 cm, Diepte: 0,4 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt verschillende hiërogliefen: de ichneumon (Egyptische mangoest), de zonneschijf "ra" en de struisvogelveer "maät". Deze inscriptie kan mogelijk gelezen worden als 'Amon re'. Gelijkaardige scarabeeën dateren uit de 25e dynastie.

↑ , Scarabee:
Scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.06642
objectName :
objectTitle : Scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 747 BC - 656 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,1 cm, Breedte: 0,7 cm, Diepte: 0,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde toont een struisvogelveer van de godin Maät en een mangoest (ichneumon) onder een zonneschijf. De interpretatie van deze compositie blijft onduidelijk (het verwijst mogelijk naar de god Amon) maar ze is populair op scarabeeën uit de XXVe dynastie.

↑ , Scarabee:
Scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.06958b
objectName :
objectTitle : Scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,7 cm, Breedte: 2 cm, Diepte: 1,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt hiërogliefen ("nb", "Htp", "di" en "anch" of "swt" (?)) die op onconventionele wijze zijn gecombineerd. Mogelijk verwijst de inscriptie naar de offerformule "Htp di nsw", 'een offer dat de koning geeft'.

↑ , De rechthoekige lijkkist van Horkaoei:
De rechthoekige lijkkist van Horkaoei :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07042
objectName :
objectTitle : De rechthoekige lijkkist van Horkaoei
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 332 BC - 30 BC
material :
technique :
dimensions : Lengte: 195 cm, Breedte: 56 cm, Hoogte: 60 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De rechthoekige lijkkist van Horkaoei Hout Ptolemeïsche periode (332-30 v. Chr.) Herkomst onbekend Horkaoei, de eigenaar van deze kist, was bij leven verbonden met de cultus van Osiris als priester. Talrijke verwijzingen naar de dodengod op zijn lijkkist tonen hoe hij net als Osiris wil herleven in het hiernamaals. Zo staan aan het hoofdeinde Isis, Nephthys, Thot, Horus en de overledene zelf rond het embleem van Abydos, de stad waar het hoofd van Osiris zou begraven zijn. De djed-pijler aan het voeteneinde symboliseert de heropstanding van Osiris. Ter gelegenheid van het Sokarisfestival werd ook werkelijk een pijler opgericht. Op de zijwanden zijn 96 goden gegraveerd in het hout. Zij dienden tijdens de nacht de overleden Osiris te beschermen tegen tot het moment van de begrafenis. Het deksel van de kist is aan beide zijden versierd. Aan de buitenzijde ligt Osiris op een leeuwenbed. Boven de mummie vliegt de ba-vogel van Horkaoui (zijn ziel). Eronder kronkelt een slang met de hoofden van de vier Horuszonen op zijn rug. Aan de binnenzijde van het deksel werd hemelgodin Noet geschilderd met zwarte inkt. Op haar naakte lichaam zijn sterren te zien. De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis kregen de lijkkist als schenking van Baron Armilde Lheureux naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het Museum. De houten bodem ontbreekt en in het hout zitten gaten. Mogelijk werd deze lijkkist herbruikt als kippenhok.

↑ , Scarabee van Amenhotep III:
Scarabee van Amenhotep III :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07139
objectName :
objectTitle : Scarabee van Amenhotep III
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1390 BC - 1069 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,6 cm, Breedte: 1,2 cm, Diepte: 0,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De onderzijde van deze scarabee draagt de troonnaam van Amenhotep III, Nebmaätre, in een ovaal geplaatst aan de rechterzijde van de compositie. Links bevindt zich het epitheton 'geliefd door Amon-re' ("mry Imn ra"). Zulke compositie van elementen komt vaak voor op koninklijke naamscarabeeën uit de 18e dynastie en opnieuw in de archaïserende productie van de 25e-26e dynastieën. De rug van de scarabee is versierd met twee ganzen (dieren van Amon) op de vleugels en tekens, die mogelijk de naam "Imn ra" vormen, zijn op het pronotum gegraveerd. De decoratie van de rug is een fenomeen dat slechts sporadisch voorkomt op koninklijke scarabeeën van de 18e dynastie, maar dat couranter wordt tijdens de Ramessiedische Periode.

↑ , Zegelafdruk:
Zegelafdruk :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07789
objectName :
objectTitle : Zegelafdruk
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 62 mm, Breedte: 65 mm, Diepte: 37 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Deurzegel (?). Fragment van een zegeling met zegelafdruk, met duidelijke tekens op de voorkant en mogelijk sporen van organisch materiaal. Een onregelmatig oppervlak met drie afdrukken. Eén, gekromd, kan de negatieve afdruk van een touw of voorwerp zijn. Een andere is rechter met glad oppervlak. Donkere sporen. De laatste kan niet met zekerheid geïdentificeerd worden.

↑ , Zegelafdruk:
Zegelafdruk :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07799
objectName :
objectTitle : Zegelafdruk
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1 mm, Breedte: 80 mm, Diepte: 1 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Type? Fragment van een zegeling met zegelafdruk. De voorkant toont twee gedeeltelijke zegelafdrukken met duidelijk leesbare tekens. De karakteristieke sporen van de rand van een rolzegel zijn aanwezig. De achterkant heeft een onregelmatig oppervlak met mogelijk sporen van een klein touw en een knoop.

↑ , Zegelafdruk:
Zegelafdruk :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07800
objectName :
objectTitle : Zegelafdruk
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 43 mm, Breedte: 63 mm, Diepte: 32 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Zegel van een deur? Fragment met zegelafdruk. Voorkant: een gedeeltelijke afdruk van een zegel met duidelijk zichtbare tekens. De rand van een rolzegel is deels bewaard. Achterkant: drie afdrukken, in een driehoek met meerdere zwarte sporen, mogelijk verkoolde resten van hout en ander organisch materiaal.

↑ , Zegelafdruk:
Zegelafdruk :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07802
objectName :
objectTitle : Zegelafdruk
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 33 mm, Breedte: 45 mm, Diepte: 12 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Zegel van een deur of doos? Fragment van een zegelafdruk. Voorkant: gedeeltelijke afdruk van een zegel en een karakteristiek spoor van de rand van een rolzegel. Donkere sporen (verkoolde resten van hout?). Achterkant: twee langgerekte parallelle afdrukken. Inscriptie en vertaling (REGULSKI 2009: 39): šn(...); ? ‘nḫ.j (?); naam Begin van twee zichtbare tekens, op de linkerkant van de inscriptie, mogelijk van de Nekheb/Elkab groep. De leesbare delen kunnen geassocieerd worden met de Elkab /5 groep (REGULSKI 2009: 39-40, fig.11-12). De sequentie correspondeert met het type B van B. Van de Walle zijn classificatie (VAN DE WALLE 1954: 92). Zie ook P. Kaplony (KAPLONY 1963b: 1166; 1963c, fig. 571). Verbonden fragmenten: E.7799, E.7800, E.7801, E.7803, E.7804 and E.7805.

↑ , Zegelafdruk:
Zegelafdruk :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07853
objectName :
objectTitle : Zegelafdruk
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 33 mm, Breedte: 47 mm, Diepte: 16 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Kurk of verzegeling van een vat. Fragment van een zegelafdruk. Voorkant: een gedeeltelijke zegelafdruk, de tekens nauwelijks leesbaar. Achterkant: licht concaaf, eerder effen oppervlak met (mogelijk) een gedeeltelijke afdruk van een klein touw onder het inventarisnummer.

↑ , Scarabee met cirkels:
Scarabee met cirkels :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07949a
objectName :
objectTitle : Scarabee met cirkels
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 2050 BC - 1650 BC (onzeker)
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 0,9 cm, Breedte: 0,6 cm, Diepte: 0,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Zeer kleine scarabee met een decoratie van vier dubbele concentrische cirkels met centraal punt. Mogelijk erfstuk uit het vroege Midden Rijk.

↑ , Scarabee:
Scarabee :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.07950c
objectName :
objectTitle : Scarabee
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 1186 BC - 715 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,8 cm, Breedte: 1,2 cm, Diepte: 0,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De rug van de scarabee draagt een kleine scarabee, een type dat karakteristiek is voor de Ramessiedische Periode. De inscriptie op de onderzijde, met de sfinx, de papyrus "wAdj" en de lotusstengel, is echter geattesteerd op scarabeeën uit de 22e dynastie. Ze betekent mogelijk "Hs nb tAwy", 'lof aan de heer van de Twee Landen'.

↑ , Rechthoekige lijkkist met deksel uit Tarchan:
Rechthoekige lijkkist met deksel uit Tarchan :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.08708
objectName :
objectTitle : Rechthoekige lijkkist met deksel uit Tarchan
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : 3100 BC - 2890 BC
material :
technique :
dimensions : Lengte: 112 cm, Breedte: 31 cm, Hoogte: 29 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Rechthoekige lijkkist met deksel uit Tarchan Hout (acacia) Vroegdynastische periode, 1ste dynastie (ca. 3100-2890 v. Chr.) Tarchan, heuvel J, graf 175 Deze Vroegdynastische lijkkist uit Tarchan is monoxiel (uit een massief stuk hout gehouwen) wat erg uitzonderlijk is. Gelet op het formaat van de kist, is het waarschijnlijk dat ze niet oorspronkelijk als lijkkist was bedoeld. Mogelijk was het een kleerkist of een ander meubelstuk. Het handvat aan het deksel wijst duidelijk in die richting. In de kist en het deksel zitten tal van gaatjes die ongetwijfeld bedoeld waren om touw door te trekken en zo alles stevig te kunnen dichtsjorren. Het oorspronkelijke opgravingsverslag van William M. Flinders Petrie toont een foto van het nu vergane skelet. Het ging om een man van ongeveer 23 jaar oud. Zijn lichaam moet versneden of helemaal ontvleesd in de veel te kleine kist zijn gestopt. De kist was samen met een iets grotere lijkkist (nu in het Manchester museum) begraven. In de grafkuil van 3 op 1,5 m bevonden zich ook vier grote voorraadpotten, een vaasje en restanten van een bijna 2 m lang houten bed. Enkele fraai gesculpteerde houten runderpoten getuigen van de oorspronkelijke aanwezigheid van nog meer meubelstukken in het graf.

↑ , Geometrische tekening, mogelijk magisch:
Geometrische tekening, mogelijk magisch :
collectionName : Egypte
inventoryNb : E.09481
objectName :
objectTitle : Geometrische tekening, mogelijk magisch
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : (onzeker)
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 1,2 cm, Breedte: 3,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : item has no descption

↑ , Stempelzegel met vechtscène:
Stempelzegel met vechtscène :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0027
objectName :
objectTitle : Stempelzegel met vechtscène
objectCulture : Achaemeniden
geography :
dating : 559 BC - 330 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Op het convexe, cirkelvorming zegelvlak is een gevecht tussen een bebaard figuur (de Perzische koning?) en een gevleugelde en gehoornde leeuw afgebeeld. Dit motief wijst erop dat het mogelijk om een ambtelijk zegel gaat. De sterke centrale administratie van het rijk verklaart de populariteit van specifieke koninklijke themata. Oud nummer: O.00561.

↑ , Rolzegel met vechtscène:
Rolzegel met vechtscène :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0031
objectName :
objectTitle : Rolzegel met vechtscène
objectCulture : Achaemeniden
geography :
dating : 559 BC - 330 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De Achaemenidische koning grijpt twee griffioenen bij de keel. De scene is geplaatst boven twee sfinxen. Daarnaast zweeft de gevleugelde zonneschijf met de buste van de god Ahura Mazda boven twee vogels en een plant. Mogelijk gaat het om een ambtelijk zegel. Oud nummer: O.00678.

↑ , Standaard of idool:
Standaard of idool :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0039
objectName :
objectTitle : Standaard of idool
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 17 cm, Breedte: 5,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , Idool sokkel:
Idool sokkel :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0067
objectName :
objectTitle : Idool sokkel
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 9 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0229
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : ca. 4200 BC - 3700 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 11 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Beide kommen zijn langs de binnenzijde beschilderd. Bij cat. 138 zijn verschillende motieven symmetrisch rond een centraal geometrisch figuur geplaatst. De geruite driehoeken met twee kamvormige “vleugels” stellen mogelijk vogels voor. Naast driedubbele lijnen staan “kamvormige” wezens met twee koppen. Wellicht gaat het om gestileerde schapen. Het hoekige lijnenpatroon stelt mogelijk irrigatiekanalen voor, een belangrijk element in het leven van de vroege landbouwculturen. Op een andere Susa I kom wordt dit motief namelijk afgebeeld in samenhang met een vermoedelijke landbouwgodheid die twee spaden vasthoudt. De motieven, zowel als het algemene patroon van de decoratie, dat door bilaterale symmetrie wordt gekenmerkt, zijn karakteristiek voor het Susa I-aardewerk. Bij cat. 139 wordt hetzelfde motief driemaal herhaald: een grote cirkel omgeeft een schijf waarin een vierkant is uitgespaard. Zigzaglijnen in het vierkant stellen mogelijk water voor zodat het om een waterbassin zou kunnen gaan. Zoals de irrigatiekanalen kan een dergelijk motief in verband gebracht worden met de vroege landbouw waarin water van groot belang was. Talrijke hoge bekers met dezelfde beschilderde motieven zoals op cat. 140 zijn opgegraven. Kenmerkend zijn de hoge zigzaglijnen tussen horizontale banden. In de hoeken onderaan komen ruiten voor, in de hoeken bovenaan een arcering waarop drie tot vier uitsteeksels staan. Mogelijk gaat het opnieuw om irrigatiekanalen met stengels van lisdodde langs de oever. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0231
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : ca. 4200 BC - 3700 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 26,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Beide kommen zijn langs de binnenzijde beschilderd. Bij cat. 138 zijn verschillende motieven symmetrisch rond een centraal geometrisch figuur geplaatst. De geruite driehoeken met twee kamvormige “vleugels” stellen mogelijk vogels voor. Naast driedubbele lijnen staan “kamvormige” wezens met twee koppen. Wellicht gaat het om gestileerde schapen. Het hoekige lijnenpatroon stelt mogelijk irrigatiekanalen voor, een belangrijk element in het leven van de vroege landbouwculturen. Op een andere Susa I kom wordt dit motief namelijk afgebeeld in samenhang met een vermoedelijke landbouwgodheid die twee spaden vasthoudt. De motieven, zowel als het algemene patroon van de decoratie, dat door bilaterale symmetrie wordt gekenmerkt, zijn karakteristiek voor het Susa I-aardewerk. Bij cat. 139 wordt hetzelfde motief driemaal herhaald: een grote cirkel omgeeft een schijf waarin een vierkant is uitgespaard. Zigzaglijnen in het vierkant stellen mogelijk water voor zodat het om een waterbassin zou kunnen gaan. Zoals de irrigatiekanalen kan een dergelijk motief in verband gebracht worden met de vroege landbouw waarin water van groot belang was. Talrijke hoge bekers met dezelfde beschilderde motieven zoals op cat. 140 zijn opgegraven. Kenmerkend zijn de hoge zigzaglijnen tussen horizontale banden. In de hoeken onderaan komen ruiten voor, in de hoeken bovenaan een arcering waarop drie tot vier uitsteeksels staan. Mogelijk gaat het opnieuw om irrigatiekanalen met stengels van lisdodde langs de oever. B.O.

↑ , Kom:
Kom :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0236
objectName :
objectTitle : Kom
objectCulture : Iraans
geography :
dating : ca. 4200 BC - 3700 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 10,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Beide kommen zijn langs de binnenzijde beschilderd. Bij cat. 138 zijn verschillende motieven symmetrisch rond een centraal geometrisch figuur geplaatst. De geruite driehoeken met twee kamvormige “vleugels” stellen mogelijk vogels voor. Naast driedubbele lijnen staan “kamvormige” wezens met twee koppen. Wellicht gaat het om gestileerde schapen. Het hoekige lijnenpatroon stelt mogelijk irrigatiekanalen voor, een belangrijk element in het leven van de vroege landbouwculturen. Op een andere Susa I kom wordt dit motief namelijk afgebeeld in samenhang met een vermoedelijke landbouwgodheid die twee spaden vasthoudt. De motieven, zowel als het algemene patroon van de decoratie, dat door bilaterale symmetrie wordt gekenmerkt, zijn karakteristiek voor het Susa I-aardewerk. Bij cat. 139 wordt hetzelfde motief driemaal herhaald: een grote cirkel omgeeft een schijf waarin een vierkant is uitgespaard. Zigzaglijnen in het vierkant stellen mogelijk water voor zodat het om een waterbassin zou kunnen gaan. Zoals de irrigatiekanalen kan een dergelijk motief in verband gebracht worden met de vroege landbouw waarin water van groot belang was. Talrijke hoge bekers met dezelfde beschilderde motieven zoals op cat. 140 zijn opgegraven. Kenmerkend zijn de hoge zigzaglijnen tussen horizontale banden. In de hoeken onderaan komen ruiten voor, in de hoeken bovenaan een arcering waarop drie tot vier uitsteeksels staan. Mogelijk gaat het opnieuw om irrigatiekanalen met stengels van lisdodde langs de oever. B.O.

↑ , Vaas:
Vaas :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0268
objectName :
objectTitle : Vaas
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 14,5 cm, Breedte: 15 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Cat. 245 is afkomstig van de necropool te War Kabud. Het type was blijkbaar populair in de 8e-7de eeuw. De Belgische expeditie ontdekte er op meerdere IJzertijd III necropolen. Buiten Luristan zijn ze bekend van Susa en van het Zuid-Mesopotamische Uruk. Cat. 246 en 247 hebben een gerivetteerde versiering op de onderste helft. Bij de ene is het een roofvogel met opengesperde vleugels, bij de andere een gebaard mensenhoofd. Dit laatste herinnert aan de ijzeren zwaarden cat. 260-261 wat mogelijk op een enigszins vroegere datering wijst. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0328
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 13 cm, Breedte: 7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen vormen een van de meest kenmerkende groepen onder de Luristanbronzen. Het zijn kleine, in verloren-vormtechniek gegoten sculpturen die op een flesvormige sokkel werden gemonteerd. Doorgaans zijn ze verticaal doorboord en is de voor- en achterzijde identiek. Die kenmerken wijzen erop dat ze met de holle sokkel, die onderaan open was, ergens op werden gemonteerd – wellicht op een staf – en dat ze van alle zijden konden worden bekeken. Doordat een groot aantal standaarden via de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie over beschikbaar. Het was zelfs niet zeker of de sokkels inderdaad bij de standaarden en de idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke opgravingsexpeditie in Tattulban in Luristan. Die en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakten het ook mogelijk ze te dateren en inzicht te krijgen in hun vormelijke ontwikkeling. De oudste standaarden dateren uit de dertiende eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. De vormgeving van de oudste exemplaren is nog vrij natuurlijk. Latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze een ring vormen. In de ring van standaarden zoals cat. 278 en 280 steekt een tot een buisje opgerold bronzen blad. Vermoedelijk werd in de doorboring of in het bronzen buisje een takje gestoken, waardoor het motief ontstond van dieren die een levensboom flankeren. Dat motief was in Luristan bijzonder populair. Het komt onder meer ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het meesterder-dierentype worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur staat er tussen twee rechtopstaande panters. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot een buisvormig geheel versmolten, wat het buisje uit opgerold bronsblad van het oudere type vervangt. De meest ingewikkelde uitvoering van het meester-der-dierentype wordt geïllustreerd door de standaarden cat. 283 en 284. Er staan nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar. De bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals. Vogelkoppen en kleine vogels zijn aan de heupen en de halzen van de roofdieren toegevoegd. De verscheidene anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Op cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het idool dat de Belgische expeditie in Tattulban ontdekte in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd iii (begin achtste eeuw) behoorde tot dat gecompliceerde type. Een aantal kleine sculpturen combineert kenmerken van de idolen met die van menselijke beeldjes. Ze zijn volledig doorboord, maar ze hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Op cat. 287 liggen twee kleinuitgestrekte roofdieren tegen het onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Op cat.286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het meester-der-dierenthema. De datering van deze beeldjes is problematisch. Vermoedelijk dateren ze zoals de meesterder-dierenidolen uit de tiende en de negende eeuw, mogelijk nog uit de achtste eeuw.De precieze functie en de betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze telkens in tomben van strijders voorkomen, waarin ook bewapening werd gevonden.B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0610
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 35 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders.B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0611
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 13 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0615
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 791 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 15,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders.B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0616
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 791 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 17,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders.B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0618
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 13,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders.B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0619
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 8,5 cm, Breedte: 3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0620
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 9 cm, Breedte: 2,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , Standaard of idool van het 'Meester-der-dierentype':
Standaard of idool van het 'Meester-der-dierentype' :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0622
objectName :
objectTitle : Standaard of idool van het 'Meester-der-dierentype'
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 791 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 15 cm, Breedte: 7,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0624
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 791 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 36 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders.B.O.

↑ , Idool of standaard:
Idool of standaard :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0625
objectName :
objectTitle : Idool of standaard
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 1300 BC - 750 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 27 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders. B.O.

↑ , Vaas:
Vaas :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0831
objectName :
objectTitle : Vaas
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 7,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Cat. 245 is afkomstig van de necropool te War Kabud. Het type was blijkbaar populair in de 8e-7de eeuw. De Belgische expeditie ontdekte er op meerdere IJzertijd III necropolen. Buiten Luristan zijn ze bekend van Susa en van het Zuid-Mesopotamische Uruk. Cat. 246 en 247 hebben een gerivetteerde versiering op de onderste helft. Bij de ene is het een roofvogel met opengesperde vleugels, bij de andere een gebaard mensenhoofd. Dit laatste herinnert aan de ijzeren zwaarden cat. 260-261 wat mogelijk op een enigszins vroegere datering wijst. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0846
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : ca.
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 16 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De standaarden of idolen zijn wellicht één van de meest kenmerkende groepen onder de Luristan bronzen. Het zijn kleine, in verloren was techniek gegoten sculpturen die op een “flesvormige” sokkel werden gemonteerd. In regel zijn ze vertikaal volledig doorboord en is de voor- en achterzijde geheel identiek. Deze kenmerken wijzen er op dat ze met de holle, en onderaan open sokkel, op iets gemonteerd waren (wellicht een staf) en dat ze van alle zijden konden bekeken worden. Hoewel een groot aantal standaarden langs de kunstmarkt bekend is, was er lange tijd weinig of geen betrouwbare informatie beschikbaar. Het was zelfs onzeker of de “sokkels” inderdaad bij de standaarden en idolen hoorden. Pas in 1970 ontdekten Belgische archeologen voor het eerst een standaard tijdens een wetenschappelijke expeditie te Tattulban in Luristan. Deze en latere ontdekkingen bewezen het verband tussen de sokkels en de idolen en maakte het ook mogelijk ze te dateren en hun chronologische en vormelijke ontwikkeling te begrijpen. De oudste standaarden dateren uit de 13de eeuw, het begin van de IJzertijd. Ze zijn opgebouwd uit twee, tegen elkaar opgerichte steenbokken of roofdieren, wellicht luipaarden of leeuwen. Bij de oudste exemplaren is de vormgeving nog vrij natuurlijk, latere exemplaren zijn meer gestileerd. De dieren staan ofwel tegen een ring of hun voor- en achterpoten zijn zo versmolten dat ze samen een ring vormen. Bij sommige standaarden zoals cat. 278 en 280 is hierin een tot een buisje opgerold bronsblad gestoken. Vermoedelijk werd in de doorboring of het bronzen buisje een takje gestoken waardoor het motief ontstond van de dieren die een levensboom flankeren. Dit was immers een bijzonder populair motief in Luristan en komt o.a. ook voor op het pijlkokerbeslag cat. 252. De idolen cat. 281 en 282, die soms ook als het “meester der dieren” type worden omschreven, vertegenwoordigen een volgende fase in de ontwikkeling. Een mensachtige figuur is er tussen de twee rechtopstaande panters geplaatst. De lichamen van de roofdieren en dat van de mensachtige figuur zijn tot één buisvormig geheel versmolten. Dit vervangt het bronsblad buisje van het oudere type idool. De meest ingewikkelde uitvoering van het “meester der dieren” type wordt geïllustreerd door cat. 283 en 284. Er zijn nu respectievelijk twee en drie mensenhoofden boven elkaar geplaatst, de bovenste figuur grijpt de roofdieren bij de hals en vogelkoppen en kleine vogels zijn op de heupen en halzen van de roofdieren toegevoegd. De verschillende anatomische onderdelen worden echter steeds meer vervormd. Bij cat. 284 zijn de klauwen van de roofdieren onderaan bijna onherkenbaar en de staarten verdwijnen grotendeels tussen de achterpoten. Enkel de gekrulde tip is nog duidelijk zichtbaar. Het was een dergelijk complex idool dat door de Belgische expeditie te Tattulban werd ontdekt. Het bevond zich in het graf van een man uit het begin van de IJzertijd III (begin 8e eeuw). Een aantal kleine sculpturen combineert slechts enkele kenmerken van de idolen met kenmerken van menselijke statuetten. Ze zijn volledig doorboord maar hebben geen identieke voor- en achterzijde meer. Bij cat. 287 liggen twee kleine roofdieren uitgestrekt tegen het buisvormige onderlichaam. Cat. 285 bestaat uit het onderlichaam van roofdieren en het bovenlichaam van een vrouw die de handen voor de schaamstreek houdt. Bij cat. 286 verwijzen enkel de verticale doorboring en de twee hanenkoppen die uit de schouders komen nog naar het “meester der dieren” thema. De datering van deze statuettes is problematisch. Vermoedelijk dienen ze zoals de “meester der dieren” idolen in de 10e-9de, mogelijk nog tot in de 8e eeuw gedateerd te worden. De precieze functie en betekenis van de idolen of standaarden blijft vooralsnog onzeker. Uit de opgravingen blijkt enkel dat ze steeds in tomben met bewapening voorkomen, met ander woorden in tomben van strijders.B.O.

↑ , Stempelzegel met hert:
Stempelzegel met hert :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.0994
objectName :
objectTitle : Stempelzegel met hert
objectCulture : Sasanidisch
geography :
dating : AD 224 - AD 642
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 19,5 mm, Breedte: 24,2 mm, Diepte: 20,4 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Cirkelvormig. Een hert, rennend. In de achtergrond een mogelijk bloemmotief. Oud nummer: O.02938.

↑ , Stempelzegel met twee personen:
Stempelzegel met twee personen :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1014
objectName :
objectTitle : Stempelzegel met twee personen
objectCulture : Sasanidisch
geography :
dating : AD 224 - AD 642
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 15,2 mm, Breedte: 18,5 mm, Diepte: 12,5 mm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Ellipsvormig. Twee personen staan tegenover elkaar en houden mogelijk een voorwerp in hun handen. Oud nummer: O.02958.

↑ , Persepolis-reliëf: Mediër die een trap beklimt:
Persepolis-reliëf: Mediër die een trap beklimt :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1034
objectName :
objectTitle : Persepolis-reliëf: Mediër die een trap beklimt
objectCulture : Achaemeniden
geography :
dating : 500 BC - 301 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 47 cm, Breedte: 28 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Mediër die een trap beklimt. De man die de trap opgaat draagt Medische kledij en een hoofddeksel dat de oren en mond bedekt. Hij houdt een schotel met deksel in de hand. Talrijke soortgelijke figuren die objecten, spijzen en zelfs levende dieren aanbrengen, waren afgebeeld in Achemenidische paleizen. Het zijn mogelijk dienaars die een feestmaal verzorgen of priesters die offergaven aandragen voor een religieus ritueel. Dergelijke reliefs waren oorspronkelijk beschilderd, maar op dit fragment zijn geen sporen van verf bewaard. Vermoedelijk is dit fragment afkomstig van Persepolis. Deze specifieke scene is zowel te Persepolis als te Susa meermaals afgebeeld. B.O.

↑ , Fragment van een grafkuip:
Fragment van een grafkuip :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1093
objectName :
objectTitle : Fragment van een grafkuip
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De vier fragmenten zijn afkomstig van een bronzen grafkuip. Dergelijke kuipen met vlakke bodem, rechtopstaande wanden en bovenaan een brede horizontale boord werden ontdekt tijdens opgravingen in Noord-Syrië, Mesopotamië en Elam (Arjan en Ramhormoz). Ze bestonden uit grote bronsplaten die met brede banden aan elkaar gerivetteerd werden. Deze vier fragmenten zijn afkomstig van een kuip die rond 1946 bij toeval te Ziwiyeh in Kurdistan zou ontdekt zijn. Het ging om een graf met waardevolle edelmetalen en ivoren objecten. Ze vertonen zowel Assyrische, Urarteische, Scythische als Medische stijlkenmerken (zie ook cat. 216-220). Dit is mogelijk representatief voor het lokale Manneïsche rijk dat archeologisch echter nog slecht gekend is. Via de kunsthandel werden de Ziwiyeh vondsten verspreid over talrijke musea en collecties. De populaire naam “Ziwiyeh” wordt echter vaak ook ten onrechte als vindplaats opgegeven voor kunstvoorwerpen van onbekende herkomst. Fragmenten van dezelfde bronzen kuip bevinden zich in het Iran Bastan Museum te Teheran, het Metropolitan Museum of Art te New York, het Seattle Art Museum en in het Musée Cernuschi te Parijs. Op cat. 212-213, fragmenten van de boord bovenaan, is in Assyrische stijl een rij tribuutdragers gegraveerd. De rechthoekige platen cat. 214-215 zijn fragmenten van de verticale banden waarmee de platen aan elkaar gerivetteerd waren. De versiering met geiten die op een rozet staan, is identiek aan die van een soortgelijke te Ur opgegraven kuip. B.O.

↑ , Fragment van een grafkuip:
Fragment van een grafkuip :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1094
objectName :
objectTitle : Fragment van een grafkuip
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De vier fragmenten zijn afkomstig van een bronzen grafkuip. Dergelijke kuipen met vlakke bodem, rechtopstaande wanden en bovenaan een brede horizontale boord werden ontdekt tijdens opgravingen in Noord-Syrië, Mesopotamië en Elam (Arjan en Ramhormoz). Ze bestonden uit grote bronsplaten die met brede banden aan elkaar gerivetteerd werden. Deze vier fragmenten zijn afkomstig van een kuip die rond 1946 bij toeval te Ziwiyeh in Kurdistan zou ontdekt zijn. Het ging om een graf met waardevolle edelmetalen en ivoren objecten. Ze vertonen zowel Assyrische, Urarteische, Scythische als Medische stijlkenmerken (zie ook cat. 216-220). Dit is mogelijk representatief voor het lokale Manneïsche rijk dat archeologisch echter nog slecht gekend is. Via de kunsthandel werden de Ziwiyeh vondsten verspreid over talrijke musea en collecties. De populaire naam “Ziwiyeh” wordt echter vaak ook ten onrechte als vindplaats opgegeven voor kunstvoorwerpen van onbekende herkomst. Fragmenten van dezelfde bronzen kuip bevinden zich in het Iran Bastan Museum te Teheran, het Metropolitan Museum of Art te New York, het Seattle Art Museum en in het Musée Cernuschi te Parijs. Op cat. 212-213, fragmenten van de boord bovenaan, is in Assyrische stijl een rij tribuutdragers gegraveerd. De rechthoekige platen cat. 214-215 zijn fragmenten van de verticale banden waarmee de platen aan elkaar gerivetteerd waren. De versiering met geiten die op een rozet staan, is identiek aan die van een soortgelijke te Ur opgegraven kuip. B.O.

↑ , Fragment van een grafkuip:
Fragment van een grafkuip :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1095
objectName :
objectTitle : Fragment van een grafkuip
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De vier fragmenten zijn afkomstig van een bronzen grafkuip. Dergelijke kuipen met vlakke bodem, rechtopstaande wanden en bovenaan een brede horizontale boord werden ontdekt tijdens opgravingen in Noord-Syrië, Mesopotamië en Elam (Arjan en Ramhormoz). Ze bestonden uit grote bronsplaten die met brede banden aan elkaar gerivetteerd werden. Deze vier fragmenten zijn afkomstig van een kuip die rond 1946 bij toeval te Ziwiyeh in Kurdistan zou ontdekt zijn. Het ging om een graf met waardevolle edelmetalen en ivoren objecten. Ze vertonen zowel Assyrische, Urarteische, Scythische als Medische stijlkenmerken (zie ook cat. 216-220). Dit is mogelijk representatief voor het lokale Manneïsche rijk dat archeologisch echter nog slecht gekend is. Via de kunsthandel werden de Ziwiyeh vondsten verspreid over talrijke musea en collecties. De populaire naam “Ziwiyeh” wordt echter vaak ook ten onrechte als vindplaats opgegeven voor kunstvoorwerpen van onbekende herkomst. Fragmenten van dezelfde bronzen kuip bevinden zich in het Iran Bastan Museum te Teheran, het Metropolitan Museum of Art te New York, het Seattle Art Museum en in het Musée Cernuschi te Parijs. Op cat. 212-213, fragmenten van de boord bovenaan, is in Assyrische stijl een rij tribuutdragers gegraveerd. De rechthoekige platen cat. 214-215 zijn fragmenten van de verticale banden waarmee de platen aan elkaar gerivetteerd waren. De versiering met geiten die op een rozet staan, is identiek aan die van een soortgelijke te Ur opgegraven kuip. B.O.

↑ , Fragment van een grafkuip:
Fragment van een grafkuip :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1096
objectName :
objectTitle : Fragment van een grafkuip
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 13 cm, Breedte: 9,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De vier fragmenten zijn afkomstig van een bronzen grafkuip. Dergelijke kuipen met vlakke bodem, rechtopstaande wanden en bovenaan een brede horizontale boord werden ontdekt tijdens opgravingen in Noord-Syrië, Mesopotamië en Elam (Arjan en Ramhormoz). Ze bestonden uit grote bronsplaten die met brede banden aan elkaar gerivetteerd werden. Deze vier fragmenten zijn afkomstig van een kuip die rond 1946 bij toeval te Ziwiyeh in Kurdistan zou ontdekt zijn. Het ging om een graf met waardevolle edelmetalen en ivoren objecten. Ze vertonen zowel Assyrische, Urarteische, Scythische als Medische stijlkenmerken (zie ook cat. 216-220). Dit is mogelijk representatief voor het lokale Manneïsche rijk dat archeologisch echter nog slecht gekend is. Via de kunsthandel werden de Ziwiyeh vondsten verspreid over talrijke musea en collecties. De populaire naam “Ziwiyeh” wordt echter vaak ook ten onrechte als vindplaats opgegeven voor kunstvoorwerpen van onbekende herkomst. Fragmenten van dezelfde bronzen kuip bevinden zich in het Iran Bastan Museum te Teheran, het Metropolitan Museum of Art te New York, het Seattle Art Museum en in het Musée Cernuschi te Parijs. Op cat. 212-213, fragmenten van de boord bovenaan, is in Assyrische stijl een rij tribuutdragers gegraveerd. De rechthoekige platen cat. 214-215 zijn fragmenten van de verticale banden waarmee de platen aan elkaar gerivetteerd waren. De versiering met geiten die op een rozet staan, is identiek aan die van een soortgelijke te Ur opgegraven kuip. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1097
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 800 BC - 601 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De vier fragmenten zijn afkomstig van een bronzen grafkuip. Dergelijke kuipen met vlakke bodem, rechtopstaande wanden en bovenaan een brede horizontale boord werden ontdekt tijdens opgravingen in Noord-Syrië, Mesopotamië en Elam (Arjan en Ramhormoz). Ze bestonden uit grote bronsplaten die met brede banden aan elkaar gerivetteerd werden. Deze vier fragmenten zijn afkomstig van een kuip die rond 1946 bij toeval te Ziwiyeh in Kurdistan zou ontdekt zijn. Het ging om een graf met waardevolle edelmetalen en ivoren objecten. Ze vertonen zowel Assyrische, Urarteische, Scythische als Medische stijlkenmerken (zie ook cat. 216-220). Dit is mogelijk representatief voor het lokale Manneïsche rijk dat archeologisch echter nog slecht gekend is. Via de kunsthandel werden de Ziwiyeh vondsten verspreid over talrijke musea en collecties. De populaire naam “Ziwiyeh” wordt echter vaak ook ten onrechte als vindplaats opgegeven voor kunstvoorwerpen van onbekende herkomst. Fragmenten van dezelfde bronzen kuip bevinden zich in het Iran Bastan Museum te Teheran, het Metropolitan Museum of Art te New York, het Seattle Art Museum en in het Musée Cernuschi te Parijs. Op cat. 212-213, fragmenten van de boord bovenaan, is in Assyrische stijl een rij tribuutdragers gegraveerd. De rechthoekige platen cat. 214-215 zijn fragmenten van de verticale banden waarmee de platen aan elkaar gerivetteerd waren. De versiering met geiten die op een rozet staan, is identiek aan die van een soortgelijke te Ur opgegraven kuip. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1151
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 300 BC - AD 300
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Glaspasta in diverse kleuren en kleurcombinaties werd veelvuldig als imitatie van halfedelstenen gebruikt, zoals bij de oorbellen met pendentieven in blauw geaderd glas. Het gebruik van holle parels en doosconstructies met ingelegde halfedelstenen of glasparels, liet toe spaarzaam met goud om te gaan en toch indrukwekkende, massief lijkende gouden juwelen te vervaardigen. Het is onzeker of het halssnoer op de juiste wijze gereconstrueerd werd en of het volledig is. Een zeer gelijkend fragment, mogelijk zelfs van dezelfde oorsprong, bevindt zich in het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1156
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : 300 BC - AD 300
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Glaspasta in diverse kleuren en kleurcombinaties werd veelvuldig als imitatie van halfedelstenen gebruikt, zoals bij de oorbellen met pendentieven in blauw geaderd glas. Het gebruik van holle parels en doosconstructies met ingelegde halfedelstenen of glasparels, liet toe spaarzaam met goud om te gaan en toch indrukwekkende, massief lijkende gouden juwelen te vervaardigen. Het is onzeker of het halssnoer op de juiste wijze gereconstrueerd werd en of het volledig is. Een zeer gelijkend fragment, mogelijk zelfs van dezelfde oorsprong, bevindt zich in het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden. B.O.

↑ , Schotel met everzwijnkop:
Schotel met everzwijnkop :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1194
objectName :
objectTitle : Schotel met everzwijnkop
objectCulture : Iraans
geography :
dating : AD 501 - AD 700
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Op het centrale medaillon van deze zilveren schotel staat een gegraveerde en vergulde everzwijnskop. Dat motief kwam veelvuldig voor op Sassanidische en Sogdische textielen, zegels en stuccwerk. Het everzwijn was een van de incarnaties van de god Verethragna en de afbeelding werd mogelijk beschouwd als geluksteken. De vergulding van de everzwijnskop loopt enigszins over de omtreklijnen heen, wat wijst op het gebruik van kwikzilververgulding. Daarbij werd een mengsel van kwikzilver en goud op het motief geschilderd. Door het te verhitten verdampte het overtollige kwikzilver. Daarna werd de schotel gepolijst om de heldere, gladde goudlaag te bekomen. De onderzijde van de schotel is versierd met concentrische cirkels van waaruit radiaal ondiepe cannelures vertrekken. De vorm en versiering van de schotel wijzen erop dat ze dateert uit de laat-Sassanidische tijd. B.O.

↑ , :
:
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1315
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Iraans
geography :
dating : ca. AD 591 - AD 610
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 21,7 cm, Breedte: 22,3 cm, Diepte: 19,1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : type spangenhelm, banden overtrokken met bronsplaat, platen bedekt met zilverplaat; vederversiering; gerivetteerde struktuur. De helm bestaat uit ijzeren met bronsplaat overtrokken banden waartussen met zilverplaat overdekte ijzeren platen zijn gerivetteerd. Onderaan waren oorspronkelijk maliën bevestigd. Het geheel is versierd met een schubben- of verenpatroon. Vooraan op de voorhoofdsband is een maansikkel op een voetstuk afgebeeld. De materiaalkeuze en de motieven tonen aan dat dit een prestige object was dat de militaire en sociale rol van de eigenaar weerspiegelde. De helm zou samen met de vouwstoel (cat. 354) in een tombe gevonden zijn. Een aantal dolken, zwaarden en helmen met een identieke verenversiering op zilver of goudplaat is bekend. Ze zouden alle uit Noord-Iran afkomstig zijn. De helmen hebben alle een maansikkel op de voorhoofdsband. Mogelijk verwijzen de veren naar de mythische Varagna vogel, volgens de Zoroastrische leer een incarnatie van de overwinningsgod Verethragna. Vergelijkbare schubbenpatronen op goud en zilverblad zijn wijd verspreid in Eurazië en komen al voor op uitrusting van Hunnen vanaf de 5de eeuw AD. Het helmtype is verwant aan de zogenaamde "Baldenheimer helmen" die in Byzantijnse en Ostrogothische ateliers werden vervaardigd. B.O

↑ , Vouwstoel:
Vouwstoel :
collectionName : Iran
inventoryNb : IR.1316
objectName :
objectTitle : Vouwstoel
objectCulture : Iraans
geography :
dating : AD 550 - AD 650
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 56 cm, Breedte: 38,7 cm, Diepte: 37,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : versierde vouwstoel, type sella curulis. De vouwstoel bestaat uit twee rechthoekige kaders en twee door ringen gestoken ijzeren staven voor de bevestiging van de zit. De kaders zijn vierkant aan de hoeken en achthoekig in het midden. Alle zichtbare delen van de stoel zijn gedamasquineerd in messing en zilver met geometrische en florale patronen. De stoel zou samen met de helm (cat. 353) gevonden zijn. Gelijkaardige stoelen zijn aangetroffen in Avarengraven in Hongarije en in Langobardische graven te Nocera Umbra in Italië. Deze laatse zijn quasi identiek en mogelijk uit hetzelfde atelier afkomstig. Langobardische huurlingen vochten o.a. in 553 AD met het Byzantijnse leger tegen de Sassanieden. Wellicht was deze stoel oorlogsbuit of een geschenk. De rijke versiering wijst reeds op het belang van dergelijke vouwstoelen. Ze staan bekend als sella castrensis en zijn de militaire versie van de Romeinse sella curulis, een stoeltype dat voorbehouden was voor de hoogste Romeinse ambten. Dit in oorsprong Romeinse verband tussen de status en het gebruik van een vouwstoel leeft nu nog verder in de faldistorium, de episcopale stoel van de Rooms-Katholieke kerk. B.O.

↑ , Rolzegel met figuren en altaar (?):
Rolzegel met figuren en altaar (?) :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00042
objectName :
objectTitle : Rolzegel met figuren en altaar (?)
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 2000 BC - 1600 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Drie figuren in mantels naderen een rechthoekige structuur, mogelijk een altaar of the stylisatie van een inscriptiepaneel.

↑ , Spijkerschrifttablet:
Spijkerschrifttablet :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00173
objectName :
objectTitle : Spijkerschrifttablet
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 2430 BC - 2400 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 7 cm, Breedte: 7,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Tabletten in steen zijn zeldzamer dan de kleitabletten waarop administratieve en juridische verslagen of commerciële transacties werden ingegrift. De keuze van het materiaal wordt in dit geval verklaard door het feit dat de tekst, van de hand van de eerste minister Shuna-muge, herinnert aan de inwijding van een tempel door koning En-Shakush-ana. Mogelijk gaat het om de krijgsbuit die deze laatste geofferd had in de tempel van Enlil, god van de wind, na zijn verovering van de naburige stadsstaat Kish. E.G.

↑ , Laag-reliëf:
Laag-reliëf :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00217
objectName :
objectTitle : Laag-reliëf
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 2230 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 10,5 cm, Breedte: 6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Een zittende godin houdt haar linkerhand op haar borst en haar rechterhand op de rechterknie; ze draagt mogelijk een kroon (niet goed duidelijk)

↑ , Spijkerschrifttablet met rolzegelafdruk:
Spijkerschrifttablet met rolzegelafdruk :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00322
objectName :
objectTitle : Spijkerschrifttablet met rolzegelafdruk
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 2037 BC - 2029 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 4,2 cm, Breedte: 4 cm, Diepte: 1,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Het tweede jaar van de heerschappij van Shu-Suen. Jaar waarin het schip "steenbok van Abzu" werd gebouwd (mu ma2 dara abzu ba-du8). Regel 2 is mogelijk een LUGAL teken. Een individu met dezelfde naam en patroniem is bekend uit Girsu op een tablet uit de tijd van Amar-Sîn 2, 10 jaar voor deze tekst (ITT 2, 741, rev. col.v,3’; cf. http://cdli.ucla.edu/P110610). ˹lugal-ú˺-˹šim˺ dub.sar ˹maḫ?˺ DUMU ur-sa6-ga “Lugal-ušim, hoofd (?) schrijver, zoon van Ur-saga”.

↑ , Rolzegel met twee bebaarde figuren en rechthoek:
Rolzegel met twee bebaarde figuren en rechthoek :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00463
objectName :
objectTitle : Rolzegel met twee bebaarde figuren en rechthoek
objectCulture : Akkadisch
geography :
dating : 2350 BC - 2154 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Twee bebaarde figuren, zitten op de knieën maar raken de grond alleen met hun voeten. In hun handen hebben ze takken, die vastzitten aan een rechthoekig voorwerp dat zich op de rug van een viervoeter (mogelijk een stier) bevindt. Een halvemaan is zichtbaar links van de rechthoek.

↑ , Envelop met rolzegelafdruk:
Envelop met rolzegelafdruk :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00517
objectName :
objectTitle : Envelop met rolzegelafdruk
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 2150 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 4 cm, Breedte: 4,1 cm, Diepte: 0,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Levering van olie en honing voor de cultus. Girsu. Men ziet de cliënt voor de zittende godheid, met de linkerarm onder de mantel, de rechter opgetild. 'Presentatieceremonie'. Fragment of an opened enveloppe; tablet verloren. Inscriptie in kader, drie regels, sporen van een zittend figuur. Een individu met dezelfde naam, geattesteerd op een zegel met presentatiescène uit de heerschappij van Šulgi, is mogelijk dezelfde, zie http://cdli.ucla.edu/P115644. lugal-gú-gal dub.˹sar˺ dumu lú-dba-b[a6?] “Lugal-gugal, schrijver, zoon van Lu-Baba (?)”.

↑ , :
:
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00690
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 1934 BC - 1924 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 11 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De regering van Lipit-Eshtar is weinig bekend. Deze funderingstift vermeldt de bouw van een paar vaassokkels voor de ingang van het paleis van Isin, ter ere van de goden Enlil en Ninlil. Van deze spijker bestaan weliswaar vele Sumerische duplicata, maar het is de enige inscriptie van Lipit-Eshtar in het Akkadisch. Zijn titels worden exhaustief opgesomd en beklemtonen het belang van de stad Nippur bij de aanduiding van koningen; het epitheton “nederige herder van Nippur” leidt inderdaad de titels “koning van Isin, koning van de landen Sumer en Akkad” in. Mogelijk stootte de archeologische missie van de universiteit van München op de resten van het paleis waarvan sprake is in de tekst. Andere spijkerstiften maken gewag van een “Huis van rechtspraak” wat mogelijk verwijst naar de wetteksten die Lipit-Eshtar twee eeuwen voor de beroemde codex van Hammurabi opstelde. C.J.

↑ , Miniatuurreliëf:
Miniatuurreliëf :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00711
objectName :
objectTitle : Miniatuurreliëf
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : ca. 3100 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 6,5 cm, Breedte: 5,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Afdrukken van meerdere rolzegels en de resten van “Tempel D”, opgegraven in de ceremoniële Eanna-wijk van de naburige stad Uruk, sluiten thematisch aan op het motief van dit voorwerp. Dergelijke vroege votiefplaatjes zijn echter uiterst zeldzaam en de interpretatie van hun iconografie blijft vooralsnog betwistbaar. Mogelijk wijdt de vorst van de stadstaat Kish hier een heiligdom in door een libatie te plengen op het hoofd van de opperpriesteres. De ingang van de Sumerische tempel illustreert de typische nissenarchitectuur bekend uit opgravingen in meerdere vindplaatsen. E.G.

↑ , Lihyanitische inscriptie:
Lihyanitische inscriptie :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00715
objectName :
objectTitle : Lihyanitische inscriptie
objectCulture : Zuid-Arabië
geography :
dating : 500 BC - 301 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 35 cm, Breedte: 17 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Lihyanietische inscriptie over vier lijnen: “Grafsteen van ‘Abdsamin, zoon / van Zaydharag opgetrokken / door Salmah, dochter van / Arshan”. Medaïn Saleh (al Hijr) in Noordwest Arabië was eens de zuidelijke hoofdstad van het Nabatese rijk, tegenpool van de noordelijke hoofdstad Petra. Het Lihyanietisch schrift, een evolutie van het Dedanietisch (genaamd naar een karavaanstad in de Hijiàz), werd gebruikt tussen de 6de en 4de eeuw door stammen die zich verrijkten met de handel in wierook en specerijen. De naam van de grafeigenaar, ‘Abdsamin ofwel “Dienaar van Samin”, verwijst mogelijk naar de West-Semietische Baal van het hemelgespaande (Baal Shamim). F.B. - E.G.

↑ , Oorlogsgod:
Oorlogsgod :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00783
objectName :
objectTitle : Oorlogsgod
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 1700 BC - 1600 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 15,8 cm, Breedte: 3,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De insectenkundige Jousseet de Bellesme viste deze twee figurines op uit het Meer van Homs in mei 1893. Het ene stelt een god met een massieve zilveren halsband voor, het andere een gebaarde god. Beide figuren dragen een waaiervormige (veren?) kroon met een uitsteeksel vooraan, die doet denken aan het hoofddeksel van krijgers op Cappadische rolzegels. Ze dragen ook een kort schortje met een riem. De figuur cat.434 (inv.O.00783) draagt wellicht een zwaard. Het verspreidingspatroon van de dergelijke votiefbeeldjes van oorlogsgoden of vergoddelijkte krijgers houdt mogelijk verband met de expansie van het rijk van Qadesh, een stad die de karavaanroutes van Anatolië naar Palestina controleerde. E.G.

↑ , Oorlogsgod:
Oorlogsgod :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.00784
objectName :
objectTitle : Oorlogsgod
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 1700 BC - 1600 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 8 cm, Breedte: 1,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De insectenkundige Jousseet de Bellesme viste deze twee figurines op uit het Meer van Homs in mei 1893. Het ene stelt een god met een massieve zilveren halsband voor, het andere een gebaarde god. Beide figuren dragen een waaiervormige (veren?) kroon met een uitsteeksel vooraan, die doet denken aan het hoofddeksel van krijgers op Cappadische rolzegels. Ze dragen ook een kort schortje met een riem. De figuur cat.434 (inv.O.00783) draagt wellicht een zwaard. Het verspreidingspatroon van de dergelijke votiefbeeldjes van oorlogsgoden of vergoddelijkte krijgers houdt mogelijk verband met de expansie van het rijk van Qadesh, een stad die de karavaanroutes van Anatolië naar Palestina controleerde. E.G.

↑ , Rituele vaas:
Rituele vaas :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.01324
objectName :
objectTitle : Rituele vaas
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 2550 BC - 2400 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 20 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Dubbelconische vaas in blauwgroene chloriet. Het lichaam werd versierd met een schaliënmotief dat in de kunst van het oude Nabije Oosten traditioneel het gebergte uitbeeldt, net zoals de Olympos in het oude Griekenland de woonplaats bij uitstek van de goden. Dit soort vaatwerk werd vanuit Zuid Iran (Tepe Yahya, Jeroft) via de Perzische Golf naar het Tweestromenland uitgevoerd. Mogelijk werden deze recipiënten aan een berggodin gewijd. De spijkerschrifttekens gegraveerd op de binnenboord van de vaas zijn fragmentarisch en laten niet toe de betekenis van de inscriptie te begrijpen. E.G. – N.V.

↑ , Rolzegel met viervoeters en een tempel:
Rolzegel met viervoeters en een tempel :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.01404
objectName :
objectTitle : Rolzegel met viervoeters en een tempel
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 3100 BC - 2900 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 4,7 cm, Breedte: 4,1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Het motief van viervoeters voor een monumentale poort met daarop aansluitend een boom, kende naar het einde van het 4de millennium toe een grote populariteit. Hoewel het op het eerste zicht om een naturalistisch thema gaat, is het tevens van religieuze inslag. Zo duidt de vaas voor plengoffers er op, dat de toegang wel degelijk die van een heiligdom is. De viervoeters en de boom verwijzen misschien dus wel naar de flora en fauna van een domein beheerd door de tempeloversten om zelfbedruipend te kunnen functioneren. Maar anderzijds suggereren de sterren mogelijk dat de hertachtigen een sterrenbeeld voorstellen, met het vegetale element als de Heilige Boom, een krachtig symbool van de kosmologische stabiliteit en het wereldse gezag.

↑ , Rolzegel met viervoeter, poort en boom:
Rolzegel met viervoeter, poort en boom :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.01416
objectName :
objectTitle : Rolzegel met viervoeter, poort en boom
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 3100 BC - 2900 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 3,6 cm, Breedte: 3,1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Een viervoeter staat voor een monumentale poort, die geflankeerd wordt door een boom. Sterren op de achtergrond. Het motief van viervoeters voor een monumentale poort met daarop aansluitend een boom, kende naar het einde van het 4de millennium toe een grote populariteit. Hoewel het op het eerste zicht om een naturalistisch thema gaat, is het tevens van religieuze inslag. Zo duidt de vaas voor plengoffers er op, dat de toegang wel degelijk die van een heiligdom is. De viervoeters en de boom verwijzen misschien dus wel naar de flora en fauna van een domein beheerd door de tempeloversten om zelfbedruipend te kunnen functioneren. Maar anderzijds suggereren de sterren mogelijk dat de hertachtigen een sterrenbeeld voorstellen, met het vegetale element als de Heilige Boom, een krachtig symbool van de kosmologische stabiliteit en het wereldse gezag.

↑ , Paneel uit de rug van een troon:
Paneel uit de rug van een troon :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.02650
objectName :
objectTitle : Paneel uit de rug van een troon
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 850 BC - 751 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 28,5 cm, Breedte: 8,5 cm, Diepte: 0,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Dit ivoren paneel sierde de rug van een statietroon, samen met drie andere panelen die thans worden bewaard in het British Museum en de British School of Archaeology in Iraq in Londen, en in het Royal Ontario Museum in Toronto. Twee paar gebaarde geniën onder een gevleugelde zonneschijf – een verwijzing naar de godin Shapash? – rusten met de voeten op de gestileerde weergave van een berglandschap en beroeren de stam en de bloesem van een heilige (tulpen)boom. Het eerste en het derde paneel en het tweede en het vierde paneel werden door verschillende kunstenaars vervaardigd, wat mogelijk wijst op een latere herstelling van de troon. Algemeen wordt aangenomen dat het om panelen uit de vroegste productiefase van het koninkrijk Sam’al gaat. De (tweedehands)troon vormde mogelijk een onderdeel van de geschenken van de plaatselijke koning Panamu (of Bar Rakub) aan de Assyrische koning Shalmanasar v, ter gelegenheid van diens troonsbestijging in 726. E.G.

↑ , Lapis lazuli:
Lapis lazuli :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.02662
objectName :
objectTitle : Lapis lazuli
objectCulture : Egyptisch
geography :
dating : ca. 2040 BC - 1650 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : 1) Dit lapis lazuli behoort tot een schat die verborgen was onder de vloer vzan de temple van Tod. Mogelijk was schat een offer aan de godheid of moest het materiaal dienen als grondstof voor de produktie van cultusvoorwerpen.

↑ , Oogidool:
Oogidool :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.02670
objectName :
objectTitle : Oogidool
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 5,7 cm, Breedte: 4 cm, Diepte: 0,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Meer dan 300 idolen of votiefamuletten in de vorm van busten met uitvergrote ogen in plaats van hoofden, kwamen aan het licht bij de de opgraving van het terras van de Ogentempel te Tell Brak (en inmiddels ook in andere sites van de regio). Ze werden in verband gebracht met de vele verwijzingen naar het “kwade oog” in de Mesopotaamse literatuur, een concept dat nog steeds overleeft in de Arabische wereld. Of de vrome pelgrims die dit heiligdom bezochten zich dank zij dergelijke votiefgiften tegen kwaadaardige krachten wilden beschermen, kan bij gebrek aan teksten voorlopig niet bevestigd worden. Mogelijk was het heiligdom van de stad Nagar gewijd aan een godheid vermaard omwille van zijn genezende kracht en meer bepaald van de oogkwalen die de bevolking van het oude Nabije Oosten teisterde. E.G.

↑ , Oogidool:
Oogidool :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.02671
objectName :
objectTitle : Oogidool
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 3,8 cm, Breedte: 2,5 cm, Diepte: 0,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Meer dan 300 idolen of votiefamuletten in de vorm van busten met uitvergrote ogen in plaats van hoofden, kwamen aan het licht bij de de opgraving van het terras van de Ogentempel te Tell Brak (en inmiddels ook in andere sites van de regio). Ze werden in verband gebracht met de vele verwijzingen naar het “kwade oog” in de Mesopotaamse literatuur, een concept dat nog steeds overleeft in de Arabische wereld. Of de vrome pelgrims die dit heiligdom bezochten zich dank zij dergelijke votiefgiften tegen kwaadaardige krachten wilden beschermen, kan bij gebrek aan teksten voorlopig niet bevestigd worden. Mogelijk was het heiligdom van de stad Nagar gewijd aan een godheid vermaard omwille van zijn genezende kracht en meer bepaald van de oogkwalen die de bevolking van het oude Nabije Oosten teisterde. E.G.

↑ , Oogidool:
Oogidool :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03377
objectName :
objectTitle : Oogidool
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 4,2 cm, Breedte: 2,4 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Meer dan 300 idolen of votiefamuletten in de vorm van busten met uitvergrote ogen in plaats van hoofden, kwamen aan het licht bij de de opgraving van het terras van de Ogentempel te Tell Brak (en inmiddels ook in andere sites van de regio). Ze werden in verband gebracht met de vele verwijzingen naar het “kwade oog” in de Mesopotaamse literatuur, een concept dat nog steeds overleeft in de Arabische wereld. Of de vrome pelgrims die dit heiligdom bezochten zich dank zij dergelijke votiefgiften tegen kwaadaardige krachten wilden beschermen, kan bij gebrek aan teksten voorlopig niet bevestigd worden. Mogelijk was het heiligdom van de stad Nagar gewijd aan een godheid vermaard omwille van zijn genezende kracht en meer bepaald van de oogkwalen die de bevolking van het oude Nabije Oosten teisterde. E.G.

↑ , Oogidool:
Oogidool :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03378
objectName :
objectTitle : Oogidool
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 5 cm, Breedte: 4,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Meer dan 300 idolen of votiefamuletten in de vorm van busten met uitvergrote ogen in plaats van hoofden, kwamen aan het licht bij de de opgraving van het terras van de Ogentempel te Tell Brak (en inmiddels ook in andere sites van de regio). Ze werden in verband gebracht met de vele verwijzingen naar het “kwade oog” in de Mesopotaamse literatuur, een concept dat nog steeds overleeft in de Arabische wereld. Of de vrome pelgrims die dit heiligdom bezochten zich dank zij dergelijke votiefgiften tegen kwaadaardige krachten wilden beschermen, kan bij gebrek aan teksten voorlopig niet bevestigd worden. Mogelijk was het heiligdom van de stad Nagar gewijd aan een godheid vermaard omwille van zijn genezende kracht en meer bepaald van de oogkwalen die de bevolking van het oude Nabije Oosten teisterde. E.G.

↑ , Oogidool:
Oogidool :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03379
objectName :
objectTitle : Oogidool
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 4,2 cm, Breedte: 2,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Meer dan 300 idolen of votiefamuletten in de vorm van busten met uitvergrote ogen in plaats van hoofden, kwamen aan het licht bij de de opgraving van het terras van de Ogentempel te Tell Brak (en inmiddels ook in andere sites van de regio). Ze werden in verband gebracht met de vele verwijzingen naar het “kwade oog” in de Mesopotaamse literatuur, een concept dat nog steeds overleeft in de Arabische wereld. Of de vrome pelgrims die dit heiligdom bezochten zich dank zij dergelijke votiefgiften tegen kwaadaardige krachten wilden beschermen, kan bij gebrek aan teksten voorlopig niet bevestigd worden. Mogelijk was het heiligdom van de stad Nagar gewijd aan een godheid vermaard omwille van zijn genezende kracht en meer bepaald van de oogkwalen die de bevolking van het oude Nabije Oosten teisterde. E.G.

↑ , Oogidool:
Oogidool :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03380
objectName :
objectTitle : Oogidool
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 4,3 cm, Breedte: 2,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Meer dan 300 idolen of votiefamuletten in de vorm van busten met uitvergrote ogen in plaats van hoofden, kwamen aan het licht bij de de opgraving van het terras van de Ogentempel te Tell Brak (en inmiddels ook in andere sites van de regio). Ze werden in verband gebracht met de vele verwijzingen naar het “kwade oog” in de Mesopotaamse literatuur, een concept dat nog steeds overleeft in de Arabische wereld. Of de vrome pelgrims die dit heiligdom bezochten zich dank zij dergelijke votiefgiften tegen kwaadaardige krachten wilden beschermen, kan bij gebrek aan teksten voorlopig niet bevestigd worden. Mogelijk was het heiligdom van de stad Nagar gewijd aan een godheid vermaard omwille van zijn genezende kracht en meer bepaald van de oogkwalen die de bevolking van het oude Nabije Oosten teisterde. E.G.

↑ , :
:
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03574
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Voor-Azië
geography :
dating : 1600 BC - 1300 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 10,3 cm, Breedte: 11 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Tweewielig wagentje voortgetrokken door een vogel. Jammer genoeg ontbreekt het personage in de wagen, maar vergelijkbare composities laten er weinig twijfel over dat het om een Eros gaat. Mogelijk illustreert dit figuurtje dus een Nachleben van de Anatolische traditie uit de Hittietische periode. Denken we bijvoorbeeld aan het stempelzegel van koning Mursili III (Urhi-Teshub) waar de stormgod in oorlogsgewaad zich op een wagen van hetzelfde type bevindt. R.L.

↑ , :
:
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03636
objectName :
objectTitle :
objectCulture : Zuidelijke Levant
geography :
dating : 1450 BC - 1100 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 38 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : In de tweede helft van het 2e millennium werden in de hele oostelijke mediterrane wereld amforen gebruikt als containers voor het transporteren van olijfolie en wijn. Karakteristiek voor deze voorraadkruiken, (Eng. “stirrup jars”), zijn de rechtopstaande filtertuit en de handvatten op de schouder met in het midden een valse hals, mogelijk ter bescherming van de tuit. Dit amforatype werd vanuit Mykene verspreid over de rest van het mediterrane gebied, maar kende ook heel wat imitaties. Het hier getoonde voorbeeld heeft uitzonderlijk drie in de plaats van twee handvatten en behoort daardoor tot de vroegste exemplaren. Het derde handvat werd tegenover de filtertuit geplaatst aan de andere zijde van de hals. Meestal zijn dergelijke amforen vervaardigd uit meer verfijnd aardewerk en nadien beschilderd met lineaire of gestileerde motieven. De allerkleinste vormen echter zouden gediend hebben als siroopkruikjes. I.M.S.

↑ , Spijkerschrifttablet:
Spijkerschrifttablet :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.03674
objectName :
objectTitle : Spijkerschrifttablet
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : ca. 1250 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 12 cm, Breedte: 8,1 cm, Diepte: 3,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : De tekst is een juridische akte opgesteld "in aanwezigheid" van Ini-Teshub, koning van Karkemish, wiens persoonlijk rolzegel met de afbeelding van de god Sharruma inderdaad in de vorm van een afrolling op de achterkant van het tablet prijkt. Tabletten met afrollingen van hetzelfde zegel werden te Ugarit (Ras Shamra) en Emar (Tell Meskene) ontdekt. Te oordelen naar de naam Itur-Dagan stamt het mogelijk uit de laatste site, waar pas jaren na de aankoop van dit tablet opgravingen van start gingen. De akte bekrachtigt de schenking van een onroerend goed in het voordeel van een zekere Akitenu en preciseert dat ingeval van betwisting dit tablet als enig bewijsstuk gold. Het tablet is deel van een archief (zoals O.4974) betreffende de scheiding van Ammistamru, koning van Ugarit. O.3674 heeft een afdruk van één van de officiële zegels van Ini-Tešub, onderkoning van Karkemiš, geschreven in Akkadisch spijkerschrift (niet in Hittitische hiërogliefen). De laatste regel staat onder de rechterarm van de god. Kubaba is de patroongod van Karkemiš maar de god die hier is afgebeeld kan geïdentificeerd worden als Šarruma (cf. Laroche 1963). NA4KIŠIB Ii-ni-dU LUGAL KURkar-ga-miš ARAD dku-ba-ba DUMU Iša-ḫu-ru-nu-wa DUMU.DUMU-šu ša ILUGAL-d30 DUMU.DUMU.DUMU-šu ša ˹Išu˺-up-pí-lu-li-u-ma [LUG]AL.GAL LUGAL KURḫat-ti UR-SAG dLUGAL-ma “Zegel van Ini-Tešub, koning van het land van Karkemiš, slaaf van Kubaba, zoon van Šaḫurunuwa, kleinzoon van Šarri-Kušuḫ, achterkleinzoon van Šuppiluliuma, de grote koning, koning van Ḫatti, de held”. “(God) Šarruma”.

↑ , Spilvrormige kruik met tuit:
Spilvrormige kruik met tuit :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04164
objectName :
objectTitle : Spilvrormige kruik met tuit
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 3900 BC - 2950 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 40 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Kruiken met kromme tuit, karakteristiek voor de Uruk periode, maken deel uit van het aardewerk voor dagelijks gebruik. Vaak hebben ze standaard afmetingen wisselend van 55 tot 60 cm, maar er bestaan ook veel grotere en merkelijk kleinere exemplaren. Vermits de grotere kruiken slechts een kleine bodem hadden, werden ze vermoedelijk tegen de muren van de vertrekken geplaatst om ze in evenwicht te houden. Deze kruiken werden speciaal ontworpen voor het bewaren van vloeistoffen, mogelijk van drinkbaar water. Hun spilvormig model en hun gekromde tuit, zorgen voor een gemakkelijke hanteerbaarheid, terwijl de poreusheid van de wand de inhoud koel hield door verdamping. Een dergelijke methode nog steeds toegepast door volkeren die geen andere manier van koelen ter beschikking hebben. V.V.

↑ , Maskertje van een gebaarde god:
Maskertje van een gebaarde god :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04570
objectName :
objectTitle : Maskertje van een gebaarde god
objectCulture : Fenicisch
geography :
dating : 450 BC - 400 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 10,1 cm, Breedte: 7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Dit maskertje met doorboorde ogen stelt het hoofd voor van een gebaarde god met neerhangende snor, twee rijen krullen en een wingerdtak in het haar. Al deze elementen herinneren sterk aan de fysionomie van de levenslustige Griekse god Dionysos die met wijn en braspartijen wordt geassocieerd. Nog voor de Hellenistische periode worden Dionysos en de saters uit zijn gevolg afgebeeld in de Fenicische zegelkunst, al dan niet met drinkschalen in de hand. Ba’al Markod, god van de dans, was mogelijk zijn evenknie op de Fenicische kust, waar dergelijke maskertjes in de heiligdommen van Amrit en Bostan ech-Sheikh bij Sidon werden gevonden. Een doorboring in de kleimassa bovenaan op de achterzijde, duidt er op dat ze (tijdens bepaalde rituelen) de muren van tempels sierden of aan de stam van bomen opgehangen werden tijdens cultuspraktijken in openlucht. E.G.

↑ , Fenicische en Punische amuletten:
Fenicische en Punische amuletten :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04574
objectName :
objectTitle : Fenicische en Punische amuletten
objectCulture : Fenicisch
geography :
dating : 650 BC - 301 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 2,2 cm, Breedte: 1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Deze drie halssnoeren zijn een recente samenstelling van Fenicische en Punische amuletten afwisselend met Egyptische kraaltjes. Fenico- Punische amuletten laten zich onderverdelen in een aantal types waarvan slechts een minderheid wordt gevormd door amuletten met Fenicische en Punische motieven (maskers, het Tanit-teken, ...). De voorkeur voor Egyptische onderwerpen, waarvan de Fenicische kunst getuigt, is immers ook terug te vinden in de amuletten: het overgrote deel grijpt terug naar Egyptische prototypes zodat het moeilijk wordt een lokale productie te onderscheiden van Egyptisch importmateriaal. In de selectie Fenicische amuletten (cat. 514-5) domineren vruchtbaarheidssymbolen (druiventrossen, fallische amuletten, de papyrusstengel), afgewisseld met enkele goddelijke dieren en twee kaurischelpjes versierd met hiërogliefen. Het egyptiserende aspect in de kunst wordt vanuit het moederland samen met de Fenicische expansie verspreid over het hele Middellandse Zeegebied. Zo getuigt de reeks Punische amuletten (cat. 516) van dezelfde voorkeur voor krachtige, beschermende motieven of vruchtbaarheidssymboliek, zoals goden (Ptah, Toeëris, Isis met Horuskind), bepaalde hiërogliefen (het wdjat –oog, de papyrusstengel) of heilige dieren (de scarabee, de krokodil, de kat, de leeuw, de koninklijke cobra). Het gebrek aan vergelijkingsmateriaal afkomstig van sites in het westelijk Middellandse zeegebied kan voor bepaalde exemplaren duiden op een niet–Punische, Egyptische oorsprong (bijvoorbeeld het scarabee–amulet), terwijl andere amuletten mogelijk producten van lokale of eventueel Fenicische import zijn. V.B.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04653
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2003 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 15 cm, Breedte: 6 cm, Diepte: 3,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04654
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 17 cm, Breedte: 7,2 cm, Diepte: 3,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04657
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 12 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04663
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 11,7 cm, Breedte: 4 cm, Diepte: 2,7 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04665
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 21,8 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Model van een meubel:
Model van een meubel :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04675
objectName :
objectTitle : Model van een meubel
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 1850 BC - 1800 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 5,5 cm, Breedte: 6,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Modellen van meubels waren biezonder geliefd tijdens de latere Midden Bronstijd op het grondgebied van de koninkrijken Aleppo, Ebla en Qatna. Op het blad van een tafeltje op drie poten, een verre voorloper van een Fenicisch model, liggen platte offerbroodjes gebakken op de wand van klei-ovens. Twee modellen van offertafels eveneens op drie poten stellen mogelijk priesters voor op het rugeinde, terwijl een laatste model een bed uitbleedt. E.G.

↑ , Model van een meubel:
Model van een meubel :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04676
objectName :
objectTitle : Model van een meubel
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 1850 BC - 1800 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 8,1 cm, Breedte: 7,6 cm, Diepte: 5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Modellen van meubels waren biezonder geliefd tijdens de latere Midden Bronstijd op het grondgebied van de koninkrijken Aleppo, Ebla en Qatna. Op het blad van een tafeltje op drie poten, een verre voorloper van een Fenicisch model, liggen platte offerbroodjes gebakken op de wand van klei-ovens. Twee modellen van offertafels eveneens op drie poten stellen mogelijk priesters voor op het rugeinde, terwijl een laatste model een bed uitbleedt. E.G.

↑ , Model van een meubel:
Model van een meubel :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04677
objectName :
objectTitle : Model van een meubel
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 1850 BC - 1800 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Modellen van meubels waren biezonder geliefd tijdens de latere Midden Bronstijd op het grondgebied van de koninkrijken Aleppo, Ebla en Qatna. Op het blad van een tafeltje op drie poten, een verre voorloper van een Fenicisch model, liggen platte offerbroodjes gebakken op de wand van klei-ovens. Twee modellen van offertafels eveneens op drie poten stellen mogelijk priesters voor op het rugeinde, terwijl een laatste model een bed uitbleedt. E.G.

↑ , Model van een meubel:
Model van een meubel :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04678
objectName :
objectTitle : Model van een meubel
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 1850 BC - 1800 BC
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Modellen van meubels waren biezonder geliefd tijdens de latere Midden Bronstijd op het grondgebied van de koninkrijken Aleppo, Ebla en Qatna. Op het blad van een tafeltje op drie poten, een verre voorloper van een Fenicisch model, liggen platte offerbroodjes gebakken op de wand van klei-ovens. Twee modellen van offertafels eveneens op drie poten stellen mogelijk priesters voor op het rugeinde, terwijl een laatste model een bed uitbleedt. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04680
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 16 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04685
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 31,1 cm, Breedte: 5 cm, Diepte: 2,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04686
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 12,2 cm, Breedte: 5,6 cm, Diepte: 3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aanbiddersbeeldje:
Aanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04688
objectName :
objectTitle : Aanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 20,1 cm, Breedte: 5,8 cm, Diepte: 4,1 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Aaanbiddersbeeldje:
Aaanbiddersbeeldje :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04690
objectName :
objectTitle : Aaanbiddersbeeldje
objectCulture : Syrisch
geography :
dating : 2300 BC - 2000 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 21,8 cm, Breedte: 7,2 cm, Diepte: 2,2 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Plank- en zuilvormige terracotta figurines met vogelbekachtige hoofden, zware kapsels of kronen en halssmuk. Vermits ze in de loop van opgravingen vaker in huizen dan in graven worden teruggevonden, zijn het mogelijk votiefbeeldjes die opgesteld werden in huiskapellen. Of het om gewone stervelingen gaat kan echter betwijfeld worden; sommige beeldjes hebben immers twee of drie hoofden en ook het type van de “madonna met kind” zou wel eens eerder naar de grote vruchtbaarheidsgodin dan naar gewone huismoeders kunnen verwijzen. De productie was blijkbaar geconcentreerd in de regio van de bocht van de Eufraat (nabij Tell Selenkahiyé), maar genoot tevens grote populariteit op de oevers van de Balikh en de Khaboer. E.G.

↑ , Decoratief onderdeel van een vliegenwaaier:
Decoratief onderdeel van een vliegenwaaier :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04783
objectName :
objectTitle : Decoratief onderdeel van een vliegenwaaier
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 900 BC - 701 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 8,6 cm, Breedte: 2,3 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Reliëfs uit het paleis van de Assyrische vorst Assoernasirpal II (883-859) te Nimrud, tonen vliegenklappers die onderaan de greep versierd zijn met dierenkoppen. In de 8ste eeuw werden dergelijke prestigevoorwerpen tevens gebruikt door de hofhouding van Aramese koningen in Noord-Syrië. Uit de ivoorkunst zijn een aantal zoömorfe elementen bekend die mogelijk een dergelijke functie hadden, maar voorbeelden in metaal of edelmetaal werden tot dusver niet geïdentificeerd. Het sierelement herinnert aan de gazellenkoppen van Assyrische en jongere Achemenidische armbanden, maar hier heeft het dier vervaarlijke snijtanden en rozetvormige tatoeages. E.G.

↑ , Scepterbekroning:
Scepterbekroning :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.04784
objectName :
objectTitle : Scepterbekroning
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating : 750 BC - 701 BC
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 8,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Assyrische en Noordsyrische reliëfs tonen vaak hoogwaardigheidsbekleders met staven bekroond door een element met leeuwenkoppen bovenaan, dat voor de rest qua vorm een ultieme evolutiefase van metalen knotskoppen vertegenwoordigt. Enkele exemplaren kwamen aan het licht bij opgravingen in de Levant, maar de meeste stammen uit de Assyrische paleizen van Nimrud en Khorsabad. Binnen de hiërarchie van de hofhouding golden ze duidelijk als insignia van een hoog ambt; inscripties in spijkerschrift en Aramese lettertekens op sommige exemplaren wijzen mogelijk op de status van provinciegouverneurs. De Aramese inscriptie van dit voorbeeld is helaas grotendeels uitgewist en kon nog niet ontcijferd worden. E.G.

↑ , Zegel in de vorm van een panter:
Zegel in de vorm van een panter :
collectionName : Nabije Oosten
inventoryNb : O.05127
objectName :
objectTitle : Zegel in de vorm van een panter
objectCulture : Mesopotamië
geography :
dating :
material :
technique :
dimensions : Lengte: 4,3 cm, Breedte: 2,4 cm, Hoogte: 3,6 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Het zegel is mogelijk in de vorm van een panter, met vlekken in de vorm van halvemanen. In Mesopotamische kunst kwamen panters regelmatig voor en speelden een rol in culten. Een motief met bloemen op de onderzijde?

↑ , Lichtstralen en schaduw:
Lichtstralen en schaduw :
collectionName : Historische foto's
inventoryNb : PH 0000006
objectName :
objectTitle : Lichtstralen en schaduw
objectCulture :
geography :
dating : AD 1895
material :
technique :
dimensions : Hoogte: 26,2 cm, Breedte: 36,5 cm
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Zonsondergang boven de zee "Les rayons et les ombres" markeert de overgang van naturalisme naar impressionisme in het fotografisch werk van Colard. Mogelijk werd het werk met een pinhole-camera gemaakt. Van dichtbij gezien is het een vormeloze opeenstapeling van wolken, van waarachter de zonnestralen reflecteren op de golven. Mogelijk een retouche om het kleurverschil tussen wolken en golven uit te lichten.

↑ , :
:
collectionName : China
inventoryNb : V.1061 A
objectName :
objectTitle :
objectCulture :
geography :
dating : AD 1730 - AD 1750
material :
technique :
dimensions :
legalRightOwner : Musées royaux d'art et d'histoire/Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis
objectDescription : Kopje met tekening in 'encre de Chine', aangebracht in Europa, mogelijk naar een gravure van de Nederlander Albert Cuyp. Landschap met boeren, platbodems en koeien.